Ga direct naar de inhoud.

Conditioneren

Hoe merkwaardig het moge klinken, die zaken hebben met elkaar te maken! In beide gevallen is sprake van 'conditioneren’ of reflexen om het eens wat moeilijk te zeggen. ‘Conditioneren’ betekent zo iets als 'gewoontegedrag aanbrengen’. ‘Gewoontegedrag’ wil zeggen gedragingen uit gewoonte, reflexen zijn 'ongewilde reacties door prikkels.' Ik verklaar me nader.

OMA
In mijn kinderjaren hadden mijn beide oma’s poezen.  Als de ene oma 'poes, poes' riep kwamen de poezen op een draf aangehold.  De poezen van de andere oma echter reageerden anders. Die kwamen aangehold op het geluid van een schoteltje waarmee ze over de vloer schoof.  'Waarom roep jij geen poes poes ’ vroeg ik die oma.  Ze lachte en riep 'poes poes'. De beesten leken stokdoof.  'Hoe komt dat oma?' vroeg ik verbaasd.  Toen deed ze haar verhaal:  'Toen de poezen klein waren riep ik ook poes poes en tegelijk schoof ik een schoteltje melk heen en weer over de vloer. Na een tijdje wisten ze al wat er aan de hand was alleen als ze het schoteltje hoorden. Ik hoefde geen poes poes meer te roepen en nu kennen ze dat niet eens meer.'  Beide oma's hadden de katten al jong aangeleerd dat op 'poes poes' eten volgde.
Uiteraard had dat ook gekund door 'hond hond' of 'donder op, donder op' te roepen, dat zou hetzelfde effect gehad hebben. Ik had vroeger een onderwijzer die ons met een mep tegen de oren tot de orde riep. Hij stond eerst recht, deed vervolgens met veel gevoel voor theater zijn ring af en we kregen er een. Heel gauw kenden we dat en werden al stil als hij recht ging staan en naar zijn ringvinger greep. Zo had die ons geconditioneerd.

SIGNALEN
(Jonge) duiven gewoontes aanleren is in feite niet anders.  Die reageren ook op signalen en hoe vroeger die aangeleerd worden des te beter.  Een kind dat slecht is opgevoed is moeilijk terug op de rails te krijgen en met duiven is het niet anders.  Ik wens zowat elke avond mijn jongen goede nacht. Leg dan wat snoep, grit en pinda's in de zitbakjes, aai er enkele over de bol en laat anderen met mijn handen stoeien. Uit dat 'gevecht' komt de duif uiteraard altijd als winnaar te voorschijn.  Het is verbazingwekkend hoe snel ze dat kennen.  Al gauw komen ze toegevlogen als ik een hand uitsteek naar een schabje omdat ze daarop een versnapering verwachten. Hoe anders is dat bij sportgenoten.  Hun handen zien er niet anders uit dan die van mij maar de duiven zijn er bang van. Of beter BANG GEMAAKT!  Door de baas die ze enkele keren wild tussen de benen of tegen een raam beetpakte. Sommigen maken het nog bonter. Als ze een duif willen pakken houden ze beide handen behoedzaam achter hun hoofd en ineens 'pats boem' slaan ze toe.
Hebbes. Of soms ook niet.  Een wolk pluimen en duiven die verschrikt alle kanten uitstuiven zijn het levende bewijs van de onkunde van zo’n man die bezig is voorgoed het vertrouwen van zijn duiven te verliezen. Het zijn de liefhebbers bij wie de duiven bezeten van een panische angst het hok uitstormen zo gauw ze de deur openen.  En het is wel erg naïef om van zulke duiven te verwachten dat die na de vlucht binnenstormen. Als ik de hokken betreed verroeren de duiven geen vin maar kijken me aan alsof ze willen zeggen: 'Ben je daar eindelijk’.

HANDEN
De handen van de liefhebber spelen een belangrijke rol in het leven van de duif.  Daarmee voer je ze, pak je ze in de week, voor het inmanden en na de vlucht.  Handen mogen voor duiven niet de betekenis hebben van iets waar ze voor op moeten passen. Als ik haastig of gejaagd ben blijf ik van de hokken weg. Want ik ken mezelf. Als ik een duif wil pakken en het is mis geef ik me niet maar doe een tweede poging.
Die is meestal ongecontroleerder en hardhandiger dan de eerste en natuurlijk is dat fout. Zo lang je trouwens twee handen nodig hebt om een duif te pakken ben je niet goed bezig. Dat moet kunnen met een hand.  Sommige liefhebbers hebben steeds snoep of pinda’s in de zakken. Nooit zullen ze het hok betreden zonder de duiven een versnapering te geven. Die doen het goed! Beter dan lui die de duiven zo maar uit handen laten vallen of (dat gebeurt ook) weggooien! Die zouden in vertraagde beelden eens moeten zien wat ze aanrichten. Hoe de duif zich in moet spannen om in balans op de pootjes terecht te komen. Duiven moet je in alle rust pakken en vrij laten. Liefst ter hoogte van de broedbak.

BINNENKOMEN
Bekend is ook het volgende voorbeeld.  Zondag wil de baas klokken maar de vrouw moet er aan te pas komen om de duiven binnen te halen. Omdat die ze in de week ook verzorgt.  Om vlotte binnenkomers te krijgen moet je duiven dus met respect behandelen en ze gewoontes aanleren.  kunnen dan dagelijks gauw wat voer op de hokken smijten is het helaas niet gegeven jonge duivenspecialisten te worden. Als mijn jongen enkele maanden oud zijn worden ze direct na de training binnengehaald.  Met de voerbus en een lokkend 'kom kom'.  Het mag ook een fluitje zijn of desnoods 'poes poes' hoewel dat wat slordig staat.
Zijn ze binnen dan krijgen ze voer.  Op korte tijd heb ik ze onder controle en hoef ze niet meer te roepen zoals die ene oma geen 'poes poes' meer hoefde te roepen bij haar katten.  Mij zien is al voldoende, ook na de vluchten. Ze zijn dan geconditioneerd.  Een groot verschil met mensen die weg moeten kruipen als duiven van de vlucht komen. Nu vluchten steeds sneller verlopen is vlot binnenkomen onderdeel van de sport geworden.  'Conditioneren' heet het geheim van de mannen die duiven hebben die binnen stormen.

WEDUWNAARS
Wat de rol van de duivin in het weduwschapspel is zal wel voor altijd een discussiepunt blijven. Dat weduwnaars 'op reis' voortdurend aan hun duivin 'denken' en om die duivin huiswaarts stormen lijkt me wat simpel. Of ik gelijk heb?
Geen weduwnaar die het zal zeggen.  En als de duivin een rol speelt vraag ik me af of 'tonen voor vertrek' zin heeft. Ik denk dat het verblijf in de manden alleen al conditioneert. Dat ze na enkele weken spel heel goed weten wat er aan de hand is en de duivin tonen evenmin nodig als 'poes poes’ roepen bij die ene oma.
Het geluid van het schaaltje en melk waren bij haar poezen zo met elkaar geassocieerd dat het eerste op de duur volstond. Ik meen dat het verblijf in de mand, de thuisreis en de thuiskomst ook zodanig met elkaar geassocieerd worden dat tonen overbodig is.  Ik zie er alleen maar nadelen: Onrust, stress, vechtpartijen, nodeloze energieverspilling.

OOK ANDEREN
Velen die vroeger nooit een weduwnaar in zouden manden zonder eerst de duivin te tonen zijn daar van afgestapt. Omdat ze ondervonden dat het niet alleen geen verschil maakt, maar mogelijk zelfs nadelen heeft om over het vele werk nog maar te zwijgen. Geerts en Vandenabeele met name.  Interessant is ook wat ik las over die vitessekampioen van België. Die speelt elke zondag Quievrain en Noyon.  De Quievrainduiven worden zaterdag ingemand, die voor Noyon zaterdagmiddag. De eerste krijgen hun duivin te zien, de Noyonvliegers niet omdat dat te veel onrust zou veroorzaken. Hij merkt geen enkel verschil in het resultaat.  Een ander voorbeeld dat aantoont dat duiven zaken met elkaar associëren is dat van snelheidskampioen Robert de Neve. Die speelt ook uit Quievrain en Noyon.  Zijn zoon komt nooit op het hok behalve zondag om de Quievrainduiven te klokken.  Nu was de Neve in de week een dag afwezig en de zoon moest de duiven verzorgen.  's Avonds had die merkwaardig nieuws.  Van het hok met Quievrainvliegers wilde er niet een het hok uit, integendeel, die begonnen opgewonden te koeren toen ze hem zagen.  De Noyonvliegers, die door vader werden geklokt, trainden normaal. De Oostvlaming meent een verklaring te hebben. Toen de Quievrainvliegers zijn zoon zagen 'meenden' ze ook de duivin te zien te krijgen. Omdat ze dat na de vlucht zo gewend waren.  Wie zei ook weer dat duiven een goed geheugen hebben?