Ga direct naar de inhoud.

Omgaan en spelen met jongen (deel 1)

In het jonge duivenspel van de 90-er jaren lijken het niet de beste duiven die domineren maar de betere liefhebbers.

De tijd dat spelen met jongen zo aantrekkelijk was omdat de kansen meer gelijk lagen ligt achter ons.

OOK VROEGER
Liefhebbers die goed met jongen spelen waren er ook vroeger. Maar die waren minder dominant.De specialist van de negentiger jaren raast als een trein over de harten van de hobbyisten. Presteren is de norm en aan sentimenten heeft hij geen boodschap. Als een kleine minderheid de rest in een wurggreep heeft is dat een betreurenswaardige ontwikkeling. Want duivensport schreeuwt om meer evenwicht. Daarom gaan we in enkele artikelen aandacht besteden aan het spel met jongen. Om de duizelende liefhebber meer houvast te bieden.

HOUVAST
Natuurlijk is het een onmogelijke opgave iedereen een pasklaar antwoord te geven op al zijn vragen en problemen. Elke duif is anders, elk mens is anders en elk hok is anders. Röntgenfoto's maken van de ziel van duif of liefhebber gaat niet en verder bestaat er ook niet zo iets als 'HET systeem'. Wie daarin gelooft staat voor hij het weet op het gladde ijs van de aangetoonde verschillen tussen de ene 'specialist' en de andere.

NIET VLIEGEN
Als duiven enkele maanden oud zijn komen vaak de eerste problemen. Ze zitten dik, eten weinig en vliegen niet. En dat terwijl die onder normale omstandigheden wel levenslustig en vlieglustig zouden moeten zijn. Dat vliegen is goed. Het bevordert de eetlust en zal de spieren, longen en andere organen die belangrijk zijn voor de ontplooiing tot volwaardige wedstrijdduiven doen ontwikkelen. Sommigen maken zich zorgen als hun jongen in zo'n soort crisis zitten en vragen zich af of ze een stelletje luiwamessen hebben gekweekt dat straks niet in staat zal zijn prijs te winnen. Dat hoeft niet. Ik had het immers over 'normale omstandigheden'. Daarvan is in maart geen sprake bij jongen die in december geboren werden. Die gaan ruien (niet normaal voor vogels in het voorjaar) en duiven die ruien vliegen niet. Niet in september en niet in het voorjaar. Niet rond het hok en geen prijs.

MISSCHIEN ZIEK?
Het kan ook zijn dat jongen niet vliegen omdat ze ziek zijn. Meestal is sprake van trichomonen en de laatste jaren ook coli. Hoe weet je nu of er iets hapert? Dat is niet moeilijk. Zijn ze eetlustig, is de mest goed, zijn de kelen in orde dan hoeft men zich geen zorgen te maken. Voelen 'niet vliegende duiven' daarentegen slap aan, eten ze weinig, verteert het opgenomen voer slecht of wordt dat zelfs uitgebraakt dan mag je aannemen dat je een probleem hebt.

Zulke duiven nemen ook geen bad want duiven die niet 'in regel' zijn gooien geen dons en nemen geen bad.

Wat betreft de mest, hoe kleiner hoe beter, hoe meer groen des te slechter. Die te groene mest is vaak ook slijmerig en kleverig, blijft aan de krabber plakken.

OP EIGEN HOK
Ik heb ook jaren gehad met zulke niet goed in hun vel zittende winterjongen. Lange tijd dacht ik dat het mos dat welig tierde op de cementen dakpannen verantwoordelijk was. Dat bleek niet zo.Er was sprake van geel gecombineerd met maag/darmstoornissen. En daar werd tegen opgetreden. Hoe en waarmee? Ridsol S èn Altabactine (samen) en dat gedurende een week.
Je zag ze opknappen. Ze trokken zich strak, begonnen weer te eten, de mest werd terug goed en ze gingen zich gedragen zoals gezonde jonge duiven zich moeten gedragen.

VERANDERD
Maar enkele jaren terug heb ik noodgedwongen het geweer van schouder moeten veranderen.
Coli heette het probleem en Altabactine was niet meer de oplossing. Welke dan? Er zijn momenteel verschillende goede produkten die uitkomst kunnen bieden.Vervelend is dat waar de een baat bij heeft niet hoeft te helpen voor de ander. Cosumix Plus van Ciba-Geigy kan voor de een de oplossing zijn, voor de ander Baytrill, voor weer een ander Theraprim of nog iets anders.
Ik heb het idee dat je een beetje geluk moet hebben met medicijnen tegen Coli.

PECH?
Verder is het eerste levensjaar de tijd bij uitstek om jongen voor eens en altijd manieren te leren. Wat dat betreft zijn het net mensen. Elke opvoeder weet hoe belangrijk een goede gewoontevorming in de prille jeugd is. Een kind dat de eerste levensjaren geen goede houding is aangeleerd is heel moeilijk op het rechte spoor te zetten. Met duiven is het niet anders. Zo hoor je, als er geconcourst wordt, elk jaar weer gesakker en geknars van tanden. 'Omdat men zoveel tegenslag heeft. De duiven waren op tijd maar dat binnenkomen. Een ramp!' En vertwijfeld vraagt men zich af waarom juist hen dat ongeluk moet treffen, waarom anderen wel duiven hebben die binnenkomen. Aan de kwaliteit ligt het niet, de vorm is er en de prestaties ZOUDEN er zijn als ze niet die verdomde pech hadden een soort duiven te bezitten dat zo slecht binnenkomt. Wel, dat soort duiven hebben die lui natuurlijk niet.

Er zullen best wel van nature slechte binnenkomers zijn, maar weinig. Slechte binnenkomers worden GEMAAKT! Door de liefhebber.

Mannen die goed met jongen spelen hebben zonder uitzondering duiven die goed binnenkomen. Met slechte binnenkomers kun je immers niet goed spelen!

FOUTEN
Wat ik bedoel wordt duidelijk als je zo'n 'specialist' zoals dat tegenwoordig heet, met de duiven om ziet gaan. Hoe de duiven hem kennen en hij de duiven. Heb je daarentegen te maken met iemand die de duiven amper beet kan pakken omdat ze bezeten van een panische angst het hok uitstuiven als ze hem zien dan is dat met absolute zekerheid geen 'specialist'. Het is de logica zelf. Hoe kun je van duiven verwachten dat die zich hechten aan het hok, dat die thuis willen zijn, als ze op datzelfde hok bang- gemaakt worden? Soms krijg je medelijden met man en duiven als je ziet hoe met de vogels wordt omgegaan. Tussen de benen door of tegen het raam weet men een duif nog net bij een poot of vleugel te grijpen. Een regen van pluimen vormt het ronddwarrelend bewijs van de onkunde van de liefhebber. Je moet wel een groot opportunist zijn om van dergelijke duiven te verwachten dat die na de vlucht binnenstormen.

HALVE GARE
Droevig om te zien hoe een ogenschijnlijk normaal mens kan veranderen in een vreemd wezen als de duiven van een vlucht komen. IJsberend loopt hij heen en weer, pareltjes zweet op het voorhoofd. Met van zenuwen overslaande stem roept hij 'kom kom' terwijl de duif die het eindelijk waagt op de klep te landen niet zelden een lading voer over zich heen krijgt gestort. Gevolg is dat nog meer tijd verloren gaat. Ondertussen zijn er soms nog duiven bijgekomen die het ook niet 'snappen'. Waarom die man zo gek doet. Waarom die als een halve gare met een voerbus staat te rammelen of zelfs zijn toevlucht neemt tot het gooien van kluiten zand of steentjes. Arme duif en arme liefhebber! Voor de duif hoort de baas bij het hok als de drinkbak.
Die drinkbak is zondag hetzelfde als in de week en de baas zou dat ook moeten zijn! Elk dier, dus ook een duif, hecht zich aan het milieu. Daarin past geen melker die niet steeds zichzelf is.

Einde Deel I