Ga direct naar de inhoud.

Op eigen hok

Toegegeven vdH deed dat op een toffe manier, je kon er van leren, daarom dat hij graag gelezen werd maar ik begin er niet aan.
Ik ben vdH niet, betwijfel of mensen even geïnteresseerd in wat ik met mijn duiven uitspook en heb er geen zin in.
Want wat ik doe en niet doe hoeft nog niet te zijn zoals het hoort.
Verder handelen kampioenen zo verschillend dat je niet anders kan dan concluderen dat er niet zoiets is als de enig juiste methode die tot successen leidt.
De een vliegt de pannen van het dak op een hok met golfplaten (…), een ander presteert enorm met duiven onder ‘de blote pannen’.
De ene kampioen geeft nooit gerst, de andere zweert er bij.
Ook wordt er zo verschillend gevoerd en verschilt het medisch plaatje zo zeer dat het wel erg arrogant zou zijn een methode voor te houden als de beste.
‘ Zo moet het’ bestaat niet in duivensport, wel ‘dit is ook een methode’.
En dan is er nog iets.

SUCCESSEN EN TEGENSLAGEN.
Als ik hier week in week uit zou schrijven over ’het afgelopen weekend waarin weer heel goed werd gepresteerd’ zouden mensen daar moeite mee hebben, iets wat ik kan begrijpen.
Anders kan natuurlijk ook.
De schrijver vertelt wat hij doet en niet doet en maakt een slechte vlucht.
Hij zoekt naar een verklaring, dat kan interessant en leerzaam zijn, maar stel eens dat hij slecht blijft spelen?
Welke boodschap heeft hij dan nog?
Heel soms echter ontkom je er niet aan te schrijven over het gebeuren op eigen hok omdat je iets te vertellen hebt.

VALSE START
In de plaats waar ik woon is het op zondagen zo druk dat je die beter kunt mijden als de pest, er is geen doorkomen aan.
En over ‘de pest’ gesproken, daar kregen we in 1993 en in 2003 mee te maken zij het in andere vorm. In 1993 kregen we een half uur voor de eerste vlucht te horen dat het feest niet door ging. Vijf weken niet spelen.
En daar stonden we dan. Wat te doen?
- De weduwnaars nogmaals met eieren laten komen?
- Of misschien de eieren uit laten komen en ‘op een jong vertrekken?’
De eerdere planning kwam immers te vervallen en je moet snel beslissen.
Ik had op drie afdelingen duiven die op de dag van de jobstijding begin april gereed waren om op weduwschap gezet te worden. Om later niet op mijn bek te vallen besloot ik niet op een paard te wedden.

GEEN RISICO
- Van èèn hok werden de eieren weggenomen en liet ik de duiven opnieuw met eieren komen. Voor de derde keer dus.
- Op een ander hok liet ik overbroeden. Tegen alle regels in, maar ik wilde het gewoon proberen.
- De duiven op het derde hok tenslotte mochten een jong groot brengen. Eens is me dat slecht bevallen maar een proef is geen proef wist Einstein al.
Welke van die duiven die zo verschillend op weduwschap waren voorbereid het best uit de verf kwamen?
Geen verschil! Op alle hokken zaten er die prima kwamen en duiven die er niets van bakten.
Als duiven gezond zijn is de manier waarop je van wal steekt kennelijk van minder belang. Dat kan zelfs op ‘overbroeden’.
Merkwaardig was wel dat zelfs in juni de meeste duiven nog een volle vleugel hadden.
Het verhaal dat de vorm pas komt als de eerste pen gevallen is kennelijk niet meer is dan een verhaal.

WEEK RUST
Half juni, met nog enkele oude duivenvluchten te gaan, waren we dan weer de klos. Weer vogelpest, weer in Belgie en weer konden we spelen voor een vijftal weken vergeten.
Ik heb de duiven nog even weduwnaar gelaten maar vanwege het zeer goede weer liet ik de ramen zowat heel de dag open zonder dat de duiven buiten konden.
Het resultaat was spectaculair.
De vorm liep zo op dat mijn gedachten uitgingen naar die Belgische kampioenen die er niet aan denken elke week dezelfde duiven te spelen.
Gust Hofkens en Louis van Loon speelden hun weduwnaars destijds om de twee weken en dat doet ook Vandenabeele.
Probleem met de meeste is dat ze te weinig goede hebben. Als ik ooit nog eens 30 goede zou krijgen zou ik die ook om de twee weken spelen.
Nooit dus.
Of had het openzetten van de ramen te maken met die groeiende vorm?

WEDUWDUIVINNEN
Ik speel alle jaren zes tot acht duivinnen op weduwschap.
Geen dubbelweduwschap, de doffers blijven thuis.
Het ene jaar gaat dat enorm, andere jaren veel minder.
Probleem is dan steeds hetzelfde, de duivinnen zijn niet in toom te houden en gaan onderling paren.
Het begint met twee, ik pak er een van het hok maar enkele dagen nadien hebben er weer twee elkaar gevonden.
Soms probeer ik het dan nog tegen beter weten in maar dezelfde duivinnen die eerder voortreffelijk kwamen sturen hun kat.
Als weduwduivinnen onderling paren is het dus wel degelijk over.
Bij mij heeft na verloop van tijd meestal de helft van de duivinnen afgedaan.
Maar duivinnen die het systeem oppikken kunnen enorm presteren.
Ook bij typisch weduwnaarsweer zijn ze soms amper te kloppen.
De beste duivinnen, of beter die het best presteren, zijn meestal kalme types. Die paarlustige tantes zijn het niet. Bij mij niet en naar ik vaker hoor ook niet bij andere.

FOND
Twee keer in mijn leven heb ik voor de eendaagse fondvluchten fondsoort aangeschaft. Het was twee maal niks en sindsdien wist ik het zeker.
Eendaagse fondvluchten moet je spelen met halve fondduiven en je beste.
Vandenabeele en zo vele anderen hebben trouwens dezelfde ervaring als ik bben je betere vogels die bewezen hebben van 450 kilometer kop te kunnen vliegen wel.
Waarom dan geen "betere halve fondduiven" werden ingemand ?
Zo iets heeft met het karakter en de ambitie van de liefhebber te maken. Sommigen doen graag aan alles mee. Ik ook, maar daarbij speel ik graag elke vlucht goed.
Probleem is echter dat ik zoals gemeld te weinig echte cracks op het hok heb. Had ik 30 echt goede duiven dan speelde ik die niet alleen om de andere week, dan hield ik er ook enkele terug voor de fond.

LOUIKE
Nog nooit liepen hier zo veel vreemde jonge duiven binnen als dit jaar. Er zijn dagen van meer dan vijf.
Elke 2 weken komt iemand die aanvliegers ophalen maar de man kan het niet bijhoudem.
Derhalve bewijst het plaatselijke opvangcentrum gouden diensten.
Dat wordt gerund door Louike en bij hem wordt bijna dagelijks een kartonnen doos neergezet met daarin een aantal opvangers.
Maar vaak heb ik me afgevraagd hoe dat zou moeten als Louike en zijn centraal hok er niet waren.
Want wekelijks 20 of meer duiven opgeven, die verzorgen en al die mensen ontvangen daar zou ik toch echt voor passen.
Wat dat betreft hebben de Belgen het goed voor elkaar.
Daar nemen veel clubs binnengebrachte duiven aan en geven die op.
Lijkt me een goed idee voor ons land.

In elke plaats zou een adres moeten zijn waar men met opgevangen duiven terecht kan.

Zou ook handig zijn als niet-liefhebbers je bellen omdat ze een duif opgevangen hebben en niet weten wat ze er mee moeten.
Je zou ze direct kunnen zeggen waar ze met die duif terecht konden want "Je moet hem opgeven bij de NPO" is natuurlijk latijn voor die mensen.
Een keer kun je je verschuilen. Achter het weer bijvoorbeeld.

" Geen weer voor goede duiven. Kijk maar naar die en die.
Goede spelers maar nu speelden zo ook slecht."

Maar als de slechte vluchten elkaar op zouden volgen kun je niet elke keer opnieuw het weer als boosdoener aanvoeren.