Ga direct naar de inhoud.

Hoe omgaan met paratyfus (07-01-2022)

Hoe omgaan met paratyfus?

Dat hangt ook af van de voorgeschiedenis.
-Regelmatig duiven bij gehaald?
-Eerder problemen gehad? Hoe groot en… Hoe lang geleden?
Het zijn mogelijk factoren die mede bepalen hoe je best te werk gaat. Maar wat voor de leergierige melker nu zo schrijnend is; Kampioenen handelen verschillend, gespecialiseerde dierenartsen adviseren verschillend en dat doen zelfs wetenschappers.  
-De een houdt het bij jaarlijks enten.
-De ander kuurt maar ent niet.
-Weer een ander kuurt eerst waarna een enting volgt. Deze methode zou de beste zijn als je eerder problemen had. ‘Zou’ dus.
De gebruikte middelen zijn al even divers: Enroshort, Baytril, Orniflox, Cosumix, Parastop en meer. Wat het beste is? Hmm. Misschien wel Baytril.
Keuzes genoeg dus, maar toch kan je fouten maken met gevolgen die je geen sportgenoot toe wenst. Bijvoorbeeld een te korte kuur in geval van een infectie. Of, wat ooit een ‘duivenmaat’ pijnlijk ondervond.

ZELF
Zelf heb ik in mijn ‘duivenloopbaan’ drie maal serieuze problemen gehad. De laatste keer in 2011, de eerste in een ander leven, de 80-er jaren. En geloof me, als je de pech hebt er ervaring mee te hebben word je voorzichtig. Alle drie de keren werd hulp in geroepen en genazen de duiven na medicatie.
Wat wel merkwaardig is?
In het jaar dat volgde werd steeds fantastisch gevlogen. Zo ook in 2012. ZAV en Union vlogen toen samen en de jongen wonnen het 1e Kampioenschap in beide samenspelen. Dat was dus tegen vele Antwerpse ‘groten’ en vermeend groten.
Er zou ook een wetenschappelijke verklaring zijn hoe zo iets (een super jaar na een infectie) kan.  

SAMEN
Terug naar die ‘duivenmaat’. We hadden veelvuldig contact, ruilden ook duiven tot er een moment kwam dat we beide dachten hetzelfde probleem te hebben. Vooral op het kweekhok met jongen die niet mooi opkwamen en te vroeg rechtop in het nest gingen staan. Je hoorde ze ook en dat is verkeerd.
Enfin, wij samen met wat duiven naar een dierenarts in Vlaanderen. Die deelde onze vrees en adviseerde geen risico te nemen en te kuren. Twaalf dagen Baytril. Hij vroeg hoeveel duiven we hadden en vervolgens gingen we met een zorgvuldig afgemeten hoeveelheid huiswaarts.
Na de twaalfde dag was mijn flesje keurig leeg, mijn maat had nog veel over en was daar dik tevreden over. Het was immers duur spul. Ik begreep het niet goed, maar toen kwam het Eureka moment en werd me duidelijk waar het schoentje wrong.

EUREKA
Op een bijsluiter stond dat het gemedicineerde water maar een bepaalde tijd effectief was. Met andere woorden, bij de dagelijkse drinkbeurt moest de drinkbak worden leeg gegooid en dan gevuld met nieuw aangemaakt water met Baytril (3 gram liter). Een klein drinkbakje zou me daarbij helpen.   
Mijn ‘maat’ evenwel had het anders gedaan. Niets weg gegooid, dagelijks ‘gewoon’ bijgevuld. In die tijd had ik goede contacten met Prof. Dr. De Raedt van Grembergen. Dat was per briefkaart weet ik nog.
Ik had hem geschreven over onze bevindingen en zijn reactie was (ongeveer) als volgt: ‘Ik hoop dat de duiven van je maat niet besmet zijn want wat hij deed was een perfecte methode om nooit meer van het probleem af te raken.’

GESTOPT   
Die heeft overigens al lang geen duiven meer. Hij had het niet in de vingers. Hij zàg ‘het’ niet. Dat ‘zien’ is een gave die je niet kan leren. Mannen als Maarten Huijsmans, Christian v d Wetering, Roger Engelen, Roodhooft, Limbourg, Pascal Arien, Leo  Heremans hebben die gave duidelijk wel. Ook verdenk ik er Yannick de Ridder van wat meer in de mars te hebben dan de doorsnee liefhebber. 
Mijn ‘maat’ was gestopt vanwege eigen gemaakte stommiteiten. Hijzelf dacht aan pech. Maar is, wat velen ‘pech’ noemen, meestal niet het gevolg van eigen gemaakte fouten?
Het was begin deze eeuw dat hij weer eens een goed jaar had. Toen er nog vier vluchten te gaan waren werd bar slecht weer voorspeld en hij hield zijn vier beste duiven thuis. De week nadien waren de vooruitzichten weinig beter en weer besloot hij geen risico te nemen met die goede. De voorlaatste vlucht kon hij helemaal niet mee doen vanwege 1e communie van een kleinkind en toen kwam de laatste vlucht.

ONNOZEL
Hij stond ondanks alles redelijk goed voor sommige kampioenschappen en die kans wilde hij niet laten liggen. Bij de dierenarts werd wat spul gehaald ‘voor de koppen’, er werd redelijk goed weer voorspeld en nu werden ook die duiven die zo lang hadden stil gezeten ingezet.
Het werd een normale vlucht, alleen hij kende verliezen en nog wel zijn drie eerst getekende. Drie van zijn vier beste. ‘Dit kon geen toeval zijn’, hij kon het niet aan, dacht aan diefstal en is gestopt.
Later werd een van die drie aangemeld, dus niets gestolen. Hij had gewoon onverantwoorde risico’s genomen voor het winnen van een stomme beker. Duiven spelen die weken stil zaten is immers vragen om verliezen. En je kan beter een onnozele beker verliezen dan een goede duif.  

Een van de eerste symptomen is 'duiven die vermageren'.

NOG DIT 
Overigens zijn zowat alle medicijnen beperkt houdbaar en omdat ze veelal duur zijn worden ze soms doorgehouden, ook al is de houdbaarheidsdatum overschreden. Ze kunnen dan nog goed zijn, maar ook waardeloos. Daarvan is sprake als medicijnen in poedervorm aaneen klitten en/of verkleuren. Of als je bij medicijnen in vloeibare vorm ‘kabbetjes’ (wolkjes) ziet.
Je mag de drinkbak met daarin medicijnen ook nooit in volle zon zetten (spoetnik bijvoorbeeld), maar vooral kieper je die elke avond dus leeg.

TWEE ICONISCHE BELIEVERS
Zo kwam ik in een vroeger leven regelmatig bij Grondelaers, slager, kettingroker en geslepen duivenmelker. Van Jan herinner ik me nog dat hij voorstander was van te kruisen met vitesse soort en zijn geloof in vitamines. Dat waren voor hem Supradyn bruistabletten voor mensen.
Zelf nam hij er elke ochtend een en deed er twee in de drinkbak voor zijn duiven. Hij dronk het glas waarin zo’n tablet was opgelost meteen leeg, zijn duiven dronken er soms pas uren later van, toen er van de vitamines niets meer over was. Ik had niet de moed zo’n monument op de vingers te tikken.

NOG EEN
Ook kwam ik in die tijd vaak bij Maurice Voets. Haalde er veel duiven waarvan ik me herinner dat je uit ‘gewone’ geschelpte kakel bonte kon kweken. (Zoals M Wouters zijn Leeuwensoort). Ik hield er een heel goed koppel aan over.
Voets was toen nog onbekend, maar dat was geen probleem voor de broers Ulrich Arnhem. Die haalden hier ‘Voets soort’ waarmee ze jarenlang de regionale duivensport in een wurggreep zouden houden. Ook Maurice geloofde in vitamines, maar hij gaf Alvytil, ook voor mensen, weet ik nog. Maurice maakte dezelfde fout als Grondelaers, maar weer had ik niet het lef hem daar op te wijzen.