Krabbels van leek (03-01-23)
Beginnende liefhebbers willen van meer ervaren sportgenoten vaak weten hoe die denken over een aantal medische zaken. Ook omdat dierenartsen zo verschillend denken en adviseren, elkaar zelfs tegen spreken. Men vraagt ook mij wel eens hoe ik over bepaalde zaken denk. Dat mag iedereen weten, maar pas op! Als ik zus en zo denk, wil dat niet zeggen dat het ook zo is.
GLOBAAL
Vooral de mest kan je leren over de gezondheid van een duif. Als die met name te groot, te groen en te kleverig is, is er iets mis. En dat kan van alles zijn! Veel liefhebbers menen dat je in de bek kunt zien of sprake is van geel. Dat kan, maar hoeft niet. In de bek kan je het vooral ruiken.
Ook kan een duif best geel hebben terwijl de keel in orde lijkt en wil gele uitwassen in de keel niet altijd zeggen 'dus geel'.
Geel is de enige kwaal waartegen je blindelings en zonder dierenarts te raadplegen mag kuren, zei me ooit een wetenschapper van de Universiteit van Gent.
Gelukkig heeft zich dienaangaande een ongewone maar gunstige ontwikkeling voor gedaan. Om een of andere duistere reden is het lang niet meer de kwaal die het ooit was. Bij slechte mest mag je vandaag de dag eerder denken aan coli/adeno, de kwalen van deze tijd!
INGEWANDEN
Vroeger was Altabactine (chloramphenicol en furaltodone) populair om problemen met ingewanden te counteren. Het is uit de handel, maar een ramp is dat niet.
De gespecialiseerde dierenarts kan je iets aan de hand doen dat analoog is. Of toch ongeveer. Baytril leidt ook vaak tot prima resultaten, maar ook daar is nog moeilijk aan te komen. Je kan ook baat hebben met Theraprim (Oropharma), Nifuramycine (Rohnfried), Cosumix, Collistine en furoxine voor zover verkrijgbaar.
Vooral furoxine had ooit veel aanhang in België bij gerenommeerde namen.
ONTERECHT
Overigens hoor je vaak kritiek op dierenartsen die ze niet verdienen. ‘Een prutser omdat ‘zijn spul’ wel werkt bij de een, maar niet bij die de ander.’ Toch maar voorzichtig zijn.
Zelfs een vooraanstaand wetenschapper beweerde ooit dat je als dierenarts bij het stellen van een diagnose en het voorschrijven van medicijnen soms wat geluk moet hebben. Komt bij dat het best mogelijk is dat het ene moment paratyfus, wormen, cocc enzovoorts wordt gemeten en het andere niet. Met andere woorden; schiet niet te snel op de pianist, in casu de dierenarts.
KOPPEN
‘Problemen met kop- en luchtwegen’ (zowel bij jonge duiven als oude) is de nachtmerrie van heel wat liefhebbers.
Sommigen geven het vervoer, 'de mand' de schuld, daarmee doelen ze op het contact met andere duiven. Vreemd is dat niet. De problemen dienen zich vaak voor na enkele vluchten: Niezen, natte ogen, dikke koppen, rulle nekken, smekken, rode kelen, men kent dat. Of hopelijk niet…
SELECTIE
Het moet te denken geven dat genoemde problemen en probleempjes variëren van onbestaande tot een jaarlijks terug kerende nachtmerrie. Het lijkt heel veel te maken te hebben met selectie.
De een verwijdert duiven met een problematische gezondheid, de ander neemt zijn toevlucht tot antibiotica. Bij de selectie moeten niet alleen de resultaten maatgevend zijn, ook natuurlijke gezondheid. Door selectie moeten we streven naar een soort duiven dat opgewassen is tegen allerlei kwalen die ze belagen. Vooral in de trucks en door onderling contact.
Wees Darwin er al niet op wat selectie met de wereld deed?
Mensen praten over kopziektes. Een gemakkelijk maar wel ongelukkig woord.
In deze is geen sprake van een ziekte, ‘kopziekte’ is een verzamelnaam die gebruikt wordt voor ornithose, snot, mycoplasme, herpes, chlamydia enzovoorts.
Er kunnen zowel bacteriën als virussen in het spel zijn en dat verklaart dat er geen specifiek geneesmiddel is dat succes garandeert.
En dat je over de dierenarts niet te snel mag oordelen.
VOORKOMEN
Vooral wat problemen met luchtwegen betreft moet de eerste betrachting niet zijn genezen maar voorkomen!
Dat kan je dus bereiken door streng te selecteren op gezondheid waarbij het streven moet zijn een soort duiven te krijgen die zonder medicijnen kan. Daarbij verdient het leefmilieu, de hokken dus, aandacht.
Als de problemen zich voordoen tijdens het seizoen heb je natuurlijk weinig keus. Je zal de hulp van een gespecialiseerd dierenarts in moeten roepen om de duiven, veelal middels antibiotica, terug op de rails te krijgen. Hoezeer je ook tegen bent.
WAT?
Aureomycyine, streptomycin, sygmamycine, doxycycline, lincospectin, suanuvil, chloortetracyclyne zijn veel gebruikt.
De meeste zijn aan elkaar verwant en zowel inspuitbaar als toe te dienen via het drinkwater. Welk het best is? De vraag zou moeten zijn het minst slecht.
Geneesmiddelen zijn immers per definitie schadelijk, uiteraard vooral bij veelvuldig of ondeskundig gebruik. Maar, als gezegd, als het dan toch moet, moet je wat geluk hebben.
Het is immers de geaardheid van de boosdoener die het resultaat van de medicatie bepaalt en die geaardheid is soms moeilijk te bepalen.
NOGMAALS GEEL
De gevreesde onomkeerbare resistentie kwam er dus niet. Zelfs zijn er vandaag de dag liefhebbers die helemaal niet meer kuren. Alsof het niet meer bestaat.
Toch oppassen. Zoals die kennis wiens seizoen 2022 naar de knoppen ging door geel.
Ronidazole was vroeger populair (Ridsol S) en is het nog.
Een kuur van ongeveer een week lijkt beter dan eenmalig opsteken van een tablet.
Dat laatste moet je meestal te snel weer herhalen. Wij kuren voor het spel een week, dan niet meer en vertrouwen we op zogenaamde Gele Druppels.
HET WEER
Bij medicijnen via het drinkwater overigens rekening houden met het weer. Bij heet weer, als duiven veel drinken, volstaat de helft van de normale dosis, bij ijskoud weer drinken duiven amper en mag je dubbele dosis geven.
De duiven worden immers geacht een bepaalde hoeveelheid van het medicijn 'binnen' te krijgen. De fabrikant mag dan wel aangeven 'zoveel per liter', de duif beslist zelf hoeveel die drinkt.
Overigens merk je vaak dat duiven lichter worden tijdens een geelkuur.
Dit is te ondervangen door mèt het anti-geelmiddel druivensuiker of honing in het drinkwater te kieperen.
Tot zo ver wat krabbels van een leek. Wil zeker niet op de stoel van een dierenarts zitten maar meer dan een halve eeuw ervaring maakt een mens niet dommer.