Ga direct naar de inhoud.

Niet goed bezig (10-03-23)

Niet goed bezig

In duivensport hoor je soms: ‘Wie de minste fouten maakt wordt kampioen.’ En ook: ‘Fouten maken is niet erg, als je dat maar van jezelf weet en ziet. Zodat je er van leert en ze niet meer maakt.’
Fouten maken is menselijk, al zijn die in duivensport soms erg basaal. Of, zeg maar, van een tenenkrommende onnozelheid.
Ik wijs er vaker op, maar voor velen kan je dat niet genoeg doen, lijkt het soms.

GEDOEMD
Zo is er die streekgenoot die al jaren bijzonder slecht speelt. Een van de oorzaken is dat hij te snel content is. Hij is trots op uitslagen waar anderen zich over zouden schamen.
Ik had even de neiging hem te bewonderen vanwege zijn optimisme en momdat hij, ondanks zijn slecht spelen, trouw in bleef manden.
Maar die bewondering was snel over toen ik hoorde dat hij best ambitie had om goed te spelen. Zoals hij duiven houdt ben je helaas gedoemd te mislukken. Want elk jaar meer dan 100 ringen kopen? Dat is niet te rijmen met niet èèn echt goede duif op je hok? Het klinkt hard, maar de man heeft rommel, altijd gehad en dat zal blijven zolang hij uit alles kweekt.  
‘Alleen uit goede kweken? Ja, dan hoef ik nergens uit te kweken’, hoor ik sommigen al denken. Ze vergeten dat bijna iedereen vanaf ‘nul’ is moeten beginnen.
Het is het verhaal van de lat op de juiste hoogte leggen.

GRIT 

Het belang van grit (calcium, mineralen) kan niet overschat worden. En liefhebbers die beweren dat hun duiven dat niet lusten hebben het mis. Er is een groot verschil tussen ‘niet eten’ en ‘niet lusten’.
Wat die klagers veelal verkeerd doen? Die hebben altijd grit op het hok en dat is verkeerd. Dat moet je enkele keren per week vers geven, in kleine beetjes.  
Grit dat enige tijd staat stof te verzamelen blijft onaangeroerd.  
Je moet dat eens op de stoep of een tegel voor je hok gooien en dan, na een fikse regenbui, zien wat gebeurt als je de duiven los laat.
Ze vliegen er op af als de apostel Paulus op de Korintiërs.   
Dr. Lemahieu: ‘Als duiven van een zware fondvlucht komen moet je wat voer en wat grit klaar leggen en kijken wat ze eerst pikken.’
Het antwoord raadt U al.  
Wat voor grit geldt geldt ook voor mineralenpoeders of mengsels. Niet op het hok laten staan, dat wordt vochtig en dan kan je het weg smijten. Dat spul op zo’n element zetten dat drinkwater moet behoeden voor bevriezen kan van nut zijn.

GEEL
Trichomoniasis is niet meer het grote (gele) gevaar wat het ooit was. Velen kuren er niet meer tegen, iets wat enkele tientallen jaren terug ondenkbaar was. Toch blijven oppassen en een vinger aan de pols houden. Je zou de eerste niet zijn die zichzelf in de nesten werkt door geel te beschouwen als iets van vroeger.
Weerstand kweken is goed maar niet zalig makend. Jaren terug stierven hier  houtduiven massaal door geel. Waar was hun immuniteit? En toch hadden ze honderden jaren de kans die op te bouwen.  

RAMP 
We mogen er op vertrouwen dat de verantwoordelijken alles doen om rampvluchten te voorkomen. Toch zal je die nooit helemaal uit kunnen sluiten.
En wat overkomt sommigen als ze met een rampvlucht te maken krijgen?
Tot hun grote vreugde gaat ‘die goede’ niet verloren, maar dat gebeurt wel de week nadien. Het ‘waarom’ is duidelijk: Niet voldoende hersteld.
De betere ervaren liefhebber gebeurt dat niet. Die weet immers hoe belangrijk het is alleen met duiven te spelen die 100 procent zijn.

HERSTELD?
Waar je dan op moet letten? Het eetgedrag (ze moeten de krop vol eten), het gewicht, de helderheid van de ogen, de kleur van het borstvlees en de training. Zolang duiven niet terug hun oude gewicht hebben horen ze niet in de mand. Ook de kleur van het borstvlees is dan nog niet mooi rose.  
De dagelijkse training kan eveneens leerzaam zijn.
Zijn het steeds dezelfde die als laatste het hok uit gaan en als eerste terug op het dak vallen? Oppassen. Sommigen hebben hun systeem van elektronisch klokken altijd aan staan om te zien welke duiven het minst trainen.    

OPLEREN
Vooral beginners maken fouten met opleren (lappen). Met al hun goede bedoelingen rijden ze soms tot aan de afstand van de eerste prijsvlucht.  
Is die 80 km dan is ook de laatste lapvlucht van die afstand.
Alsof duiven de weg moeten leren. Zonde van de tijd, je energie en de brandstof. Voor ze gaan lappen hebben zulke mensen een bepaald schema in gedachten.  Bijvoorbeeld beginnen met 5 km, dan 10 km, 15 km, 20 km. 25 km.
De fout die ze maken is dat ze zich niet aan passen en zich aanpassen bij veranderende omstandigheden kenmerkt goede spelers.
Bijvoorbeeld: Komen de duiven van pakweg 15 km slecht naar huis dan moet je de daaropvolgende keer niet verder rijden alleen omdat je het zo gepland had. Duiven die slecht naar huis komen moet je de volgende rit op dezelfde afstand lossen. In dit geval dus weer van 15 km. En eventueel nog een keer. Pas als ze vlot voor jou thuis zijn verder rijden.
‘Als ze lang onderweg zijn hebben ze veel geleerd, die verlies je niet meer’, menen sommigen. Ik denk daar anders over. NIETS hebben ze geleerd. Wel veel aan zelfvertrouwen verloren.

GOEDE 
We gaan al gauw weer opleren. Daarbij kan het gebeuren dat een bewezen goede vanaf de eerste lapvlucht van het nieuwe seizoen het af laat weten. ‘Waarom is die verdorie steeds te laat?’ Je snapt het niet, maar dat zal wel goed komen. Denk je.
Het komt echter zelden goed, als je zo’n duif blijft spelen ben je hem vroeg of laat kwijt. Dat slecht naar huis komen duidt ergens op. En dat is niet veel goeds.

OOK VAN VLIEGERS    
Veel meer dan nu kwamen ooit Duitsers in Nederland en België kopen. Je hoopte ze niet te treffen op zaalverkopingen want dan kon je het schudden.
Ze hadden veel meer te besteden, zo leek het.
Liefhebbers kregen ook telefoontjes met de vraag wat jonge duiven kostten. Viel dat mee dan kwam de volgende vraag: ‘En hoe duur zijn die uit de kwekers?’
Ze gingen er van uit dat die beter waren en duurder. Achteloos gingen ze er aan  voorbij dat op het kweekhok soms duiven zitten met als enige referentie dat ze geld hebben gekost, van een goed hok komen of een overgrootvader (of zoiets) hebben die goed gevlogen had.    
Geef mij maar jongen uit duiven die eerdere bewezen datgenen te kunnen waar het om te doen is. Presteren!
Kampioenen onderling praten niet over voeren, medicijnen, supplementen enzovoorts. Wel over goede duiven! Maar dat lijkt voor velen te saai.