Nog een echte vitesser (28-03-23)
Frans Leys nog een echte
In een grijs verleden was ik bijna kind aan huis bij de Houbens en ik was zeker niet de enige. Meestal was er wel bezoek, altijd duivenliefhebbers. Gastvrijere mensen dan Jef, Eveline en Nadja bestonden amper.
Als je Jef vroeg hoe hij er ooit toe kwam duiven te houden zei hij zo iets als “omdat ik een normaal mens ben. Als je in mijn jonge jaren niet met duiven speelde hoorde je er niet bij. Dan werd je bijna voor een zonderling aanzien.’
Beetje overdreven natuurlijk, maar wie in Itegem en omgeving (Berlaar, Nijlen, Bevel, Hallaar) rond rijdt of fietst en om zich heen kijkt, wordt door talloze duivenhokken herinnerd aan ‘de goede oude tijd’ waar Jef het over had. De gouden jaren van duivensport. Anno 2023 helaas wel veel hokken maar weinig duiven. De meeste staan leeg.
HEDEN
Toch wonen er, op een zakdoek zeggen ze daar, nog een redelijk aantal actieve liefhebbers, waaronder grote namen op de kleine fond die bekend zijn tot in alle uithoeken van de planeet waar met duiven gespeeld wordt. Over het inmandlokaal in Bevel wordt beweerd dat nergens in België een lokaal is waar nationaal zo wordt gepresteerd.
Vijf duiven bij de eerste tien Nationaal die in Bevel werden ingemand? Daar schrikt niemand meer van.
De meeste van die ‘grote jongens’ daar zijn begonnen op de vitesse, zoals met name G van de Wouwer en W Daniels.
Van beide hoorde ik dat ze ooit met jonge duiven op Lier markt stonden. Om wat voergeld binnen te rijven.
Heel wat anders dan duiven verkopen voor 400.000 € stuk (Willy Daniels) of je ‘hok’ te veilen voor bijna 10 miljoen € (v d Wouwer).
‘Vitesse’ is in Antwerpen van oudsher vnl. Quievrain en Noyon, respectievelijk ongeveer 100 en 200 km. En sommigen hebben het vitesse spel nooit los gelaten.
Nog zijn er liefhebbers die zelden of nooit verder spelen dan Quievrain.
Komt nooit verder spelen dan 100 km bij velen misschien ongeloofwaardig over, het kan nog gekker. We hoorden Jan de Bisschop eens zeggen dat er ten zuiden van Brussel ook nog volop liefhebbers zijn die nooit anders spelen dan Quievrain. Dat is voor hen amper 50 km!
GELUK
Zo iets zal zeker moeilijk te vatten zijn voor liefhebbers in landen als Amerika en Canada waar het soms 50 km. rijden is naar het clublokaal.
Of vluchtjes van zo dichtbij geen pure geluksvluchten zijn? En of je daar wel goede voor nodig hebt?
Geluk speelt in duivensport altijd een rol. Op vitesse meer dan op verdere afstanden? Hmm. Soms zou je denken, integendeel. Want het zijn echte vakmannen die vitessers. Als het puur geluk was zouden het niet zo vaak dezelfde zijn die domineren. En niet jaarlijks veelal dezelfde die kampioen worden. En zou er vooral niet zo gepoeld worden.
In sommige samenspelen, denk aan de Ronde van België, wordt meer gepoeld dan op veel Nationals. Sommigen, vooral Nederlanders, doen wel eens denigrerend over presteren van zo kort bij, ik heb respect voor die mannen. Heel veel zelfs. Want op vitesse moet alles kloppen. Duiven hebben de tijd niet hun koers te corrigeren als ze verkeerd zitten. Ook is vlot binnenkomen een zeer belangrijk onderdeel dat de cirkel rond moet maken.
FRANS LEYS
Silvio was de chauffeur van dienst en parkeerde naast een huis met daarachter een groot en oud hok. Ik besloot het te negeren want de reactie is veelal hetzelfde bij een kampioen die op zo’n oud hok speelt. ‘Ik durf er niets aan veranderen.’
Een 60-er met een vriendelijk gezicht verwelkomde ons: Frans Leys, een van de beste vitessers is een streek waar vitesse nog gewaardeerd wordt. Veel Fransen spelen goed, gelukkig spreken ze Nederlands, mijmerde ik grijnzend.
Frans wenkte ons binnen te komen.
DE VITESSEMAN
Hij bleek geen zestiger maar iemand van 80, wat me nog meer zou verbazen toen ik hem o zo vlotjes de trap naar zijn hok op zag beklimmen.
Wel gaf hij toe dat hij voortaan even moest spieken als het om jongen of ouders van bepaalde duiven ging. Die kon hij niet meer onthouden.
Komt bij dat hij geen stamkaarten maakt en ook geen computer heeft.
Hij heeft altijd vogels gehad, eerst fazanten en kanaries maar die moesten al gauw plaats maken voor duiven. Duiven zat in de familie. Zowel zijn vader als grootvader hadden duiven. (Denk aan uitspraak Houben). De eerste goede kwamen van Miel Dilen (uit eitjes). Die Miel is nu 87 maar speelt nog mee. Later kwamen er kwaliteitsimpulsen via Jos Maris en van meer recente datum Raymond Ceulemans.
Gaston van de Wouwer, die we er toevallig tegen het lijf liepen, over die mannen:
Leys en Ceulemans? Nu noem je wat op. Ceulemans is al 20 jaar ongeveer de beste van de streek, Leys is weinig minder.’ Die Frans Leys is overigens een van de weinige die ik ooit hoorde zeggen dat hij ‘gunstig lag’.
DE MELKER
Frans, de top liefhebber en een toonbeeld van bescheidenheid:
‘Van duiven ken ik niets. Ik schreef jaren lang voor het seizoen de ringnummers op van mijn vier favoriete jongen. Er kwam zelden iets van terecht. Ik presteerde het ooit om tien vluchten op rij de eerstgetekende niet te pakken.’
Zoals de meeste vitessers haalt hij alleen duiven uit de regio (Miel Dilen en Raymond Ceulemans) en doet het, schrik niet, met zeven doffers in totaal, gespeeld op weduwschap. ‘Als je goede hebt heb je er niet veel nodig’, beweert hij.
Zijn vader hield zich staande met nog minder: 4 weduwnaars.
Vroeger gaf hij redelijk veel medicatie, maar daar is hij van genezen. Als supplementen geeft hij nog knoflook, zoals velen in de streek, P 40 en de kwekers tarwekiemolie.
JONGEN
Het spel met jongen vindt hij minstens zo interessant als met oude. Hij speelt die liefst op nest. Of die aan huis dan wel trainen?
‘Als ze gezond zijn trainen ze’, zei hij. Daarmee bevestigend wat ook Gebr. v d Brande en Cyriel Lambrechts beweren.
Dat ook de jongen presteren komt zeker niet door veel rijden. Ze worden een keer of vijf gelapt en tijdens het spel gaan ze soms mee naar Vilvoorde tezamen met duiven van clubgenoten. Vilvoorde is zo’n 20 km. en dat is volgens de specialisten daar ver genoeg. Wat hij voor vitesse wel heel voornaam vindt is tamme duiven. Hij doet er alles aan die te krijgen. Meestal lukt dat ook, voor die enkeling die niet in het gareel wil is op zijn hok geen plaats. Die krijgt een andere eigenaar en hij gaf niet de indruk dat dat een Chinees zal zijn. Geld leek het laatste wat hem interesseerde.
Foto: Silvio