Ga direct naar de inhoud.

'Vrienden' (10-03-23)

‘Een vriend van me.’

Dat koppel met wie we regelmatig contact hebben zou ik toffer vinden als ze hun taal gebruik wat zouden wijzigen.
Met dat bekakte taaltje kan ik leven, vind dat zelfs tof en, ik geef toe, mogelijk worden zij niet vrolijk van mijn Brabants.
Wat me irriteert is iets anders. Amper ben je met hen in gesprek of zij heeft het over ‘een vriendin van me’ en hij over ‘een vriend van me’.
Alsof ze die voor het oprapen hebben. Of weten ze niet wat dat zijn?

WEINIG
Zelf heb ik weinig vrienden, ook nooit gehad en heb dat nooit als een gemis ervaren. Van de echte heb je er immers niet veel nodig.
Tot mijn 12e trok ik maar met een jongetje op. Vanaf dan tot mijn huwelijk was er wel dat uitgaansgroepje, maar die waren meer van de soort ‘een vriend van me’.
Heel oppervlakkig dus, op die ene na: Huub. Hij was mijn enige en echte vriend.
Nadat we getrouwd waren verwaterden de contacten, maar als ik aan vroeger dacht, en dat doe ik veel, dacht ik vooral aan hem.
Onlangs hoorde ik dat hij sukkelde met zijn gezondheid, verleden week hoorde ik dat hij al twee weken niet uit bed was geweest, gisteren hoorde ik dat hij was overleden. Wat een optater was me dat. De gemiddelde levensverwachting voor mannen in Nederland heeft hij niet mogen halen.

ATTENT
In onze tienerjaren kaartten we veel. In een café en daarom zeer tegen de wil van onze ouders. Biljarten deden we nog meer.
Er waren tien cafés in het dorp, zoals in die jaren gebruikelijk alle tien met biljart.
Huub studeerde niet maar werkte en had, anders dan wij, wat centen.
Dus met zijn kwartjes kreeg hij de biljartballen vrij. Was het biljart bezet dan stond hij aan juke box of erger nog aan de fruitmachine (gokkast).
Die juke box was een groot, van boven rond, geval dat muziek voortbracht als je er wat kwartjes voor over had. De muziek kon je kiezen middels een combinatie van een letter en een getal. Bijvoorbeeld B17.
‘Hello Marilou’ was steevast het eerste nummer dat hij koos.
Een speciaal gevoel voor humor maakte hem populair bij de meiden en… als een van de zeer weinige tieners had hij een auto, geleend van vader.
Ik had hem duiven bezorgd, we woonden nog thuis en waren de jongste van de club.
In de buurt waar ik woonde draaide alles om duiven.
Ik weet nog goed wie geen duiven had, zoals ik me ook herinner wie niet rookten. We woonden met 14 liefhebbers op een kluitje, Huub op het randje en hem kon je nog net bij de buurt rekenen.

DORPSSPEL
Duivensport was een dorpsspel. Elk dorp had zijn eigen club, soms zelfs meerdere, en van de sport in omliggende dorpen wisten we amper iets.
Er werd niet in groot verband gespeeld en daar was ook geen behoefte aan, het onderlinge clubspel bood genoeg. Er werd vooral om geld gespeeld en ik verdacht Huub er van dat vooral poulen hem aantrok.
We speelden op zondag en je gelooft het niet, er waren clubgenoten die op zaterdag gingen werken om wat poulegeld bijeen te doen.
De verliezers vormden uiteraard de meerderheid, maar voor hen was er jaarlijks een herkansing: Nationaal Orleans jonge duiven eind augustus.
Op die vlucht kon je met gemak een heel jaar verlies goed maken. Allemaal leefden we naar die vlucht toe en er ontstond zelfs een nieuw woord: Orleanskoorts.
En vanwege de populariteit van wat het grootste concours ter wereld zou worden kwamen er in Zuid Nederland fondvluchten voor jongen bij: Chateauroux en Bourges.  

NAMEN
Veel gekende namen van toen zijn in de loop der jaren aan de vergetelheid prijs gegeven. Denk aan Gustje Ducheyne, Pepermans, Tournier, Delbar, van Alphen Merksem, dr. Linssen, v d Hoek, Vellekoop, Vreugdenhil, Postma.
Naar verluidt waren er in België alleen 40 duivenkrantjes (sommige alleen plaatselijk) en je gelooft het niet, elke vrijdagavond werd door Pol Jacquemyns in het nieuws aandacht besteed aan de vluchten van het weekend dat volgde.
Wat leefde duivensport toch.
Elk zichzelf respecterend dagblad in Zuid Nederland had wekelijks een duivenpagina en in België soms zelfs meer.
In Nederland had je de Stem (De Weerd schreef daarin en later ook ik) en het Nieuwsblad van het Zuiden. Weet nog dat Het Nieuwsblad naarstig op zoek was naar iemand om een duivenrubriek te verzorgen.
In de streek woonden te veel liefhebbers om er geen aandacht aan te besteden. Media zijn belangrijk. Toen de Gazet van Antwerpen jaren terug stopte met haar wekelijkse duivenpagina vond ik dat een gevoelige aderlating voor de sport.

NU NOG 
Een grote fout van onze beleidsmensen was dat ze zich niet bewust waren/zijn van het belang van de media.
Zie wat er met ‘sporten’ als darten gebeurde, nadat de media er op doken. Of met een Wout van Aert. Vooral voor de media geldt ‘uit het oog uit het hart’.  
‘Bestaat duivensport nog?’ vroeg de verpleegster die me kwam vertellen dat Huub was overleden.
‘Waarom zou die niet meer bestaan?’ repliceerde ik.
Zij: ‘In het regionale krantje kon je vroeger van elke club in elk dorp de duivenuitslagen lezen en dat deed ik ook. Om te zien hoe mijn buren, familie, kennissen of collegae gespeeld hadden. Nu lees je niets meer. Vandaar mijn vraag.’ Ze had gelijk.  

ZUID NEDERLAND
Het epicentrum van de Nederlandse duivensport lag in mijn tienerjaren en later in het zuiden van het land.
Wij speelden dus fond met jongen en van boven de rivieren kwam men hier letten met als bekendste Kees Bosua. Ik herinner me van hem: ‘Jullie moeten betere duiven hebben voor de vluchten alleen al omdat je ze speelt.’
Liefhebbers uit het noorden trokken ook naar het zuiden voor betere duiven. 
Later kreeg ik het idee dat in Zuid Holland de betere duiven zaten omdat zij al in groot verband speelden toen in het zuiden en ook bij de Belgische streekgenoten, het dorpsspel nog centraal stond.
Door hun omvangrijke concoursen konden de Hollanders bij de selectie rekening houden met gewonnen prijzen per 100-tal. Wij moesten andere normen aan leggen. Per tiental.  

VERVELEN  
Ik weet dat veel liefhebbers graag over vroeger lezen, maar ook dat het anderen geen bal interesseert. Maar stukjes schrijven die iedereen interesseren is een onmogelijke opgave.
Met het heengaan van de beste en enige jeugdvriend die ik ooit had kwamen veel herinneringen boven die er in hakten. En nooit meer terug komen.
Maar misschien ben ik te gevoelig in die dingen.