Ga direct naar de inhoud.

Mevrouw Janssen

Mevrouw Jansen

 

Als je je als liefhebber regelmatig onder de mensen be­geeft hoor je nog eens wat.

Maandelijks zou je moeiteloos bladzij­den kunnen vullen met kwaadsprekerij. Ik laat het bij enkele voorbeelden.

- Te beginnen met die Vlaming. Waarom zou die zo goed spelen? Hij duikt (zegt men!) met grote regelmaat het nest in met een vrouwelijk dieren­arts.

Toegegeven de betreffende liefhebber is een vent, heeft de naam vooral voor appetijte­lijke vrouwen een zeker gevaar in te houden en heeft die, zegt men, al zwanger gemaakt voor ze er erg in hebben laat staan van genoten.

Zijn 'charmes' zouden ook die arts niet onberoerd laten en zij zou de man van 'spul' voor­zien om de duiven hard te doen vliegen.

- Die kampioen uit het oosten is ook door de mand geval­len. Want waarom huppelden zijn duiven voor die belangrijke vlucht wezenloos in de manden?

Iets uitgeprobeerd natuurlijk. En nu maar beweren dat een ander hem een oor aan heeft willen naaien. Doping en niets anders. Nu duidelijk bewezen toch?

 

Ring. Sorry, de telefoon. 'He, heb je het al gehoord? Jan­sen

schijnt hopeloos overhoop te liggen met zijn vrouw.'

 

We gaan verder.

- Die Limburger is trouwens ook geen beste. Speelt goed maar dat is voor hem niet moeilijk. Een van zijn werknemers is convoyeur. Die laat zijn duiven eerder los natuurlijk.

- X gaat ook schei­den. De luxe natuurlijk. Hij verkoopt zo veel duiven dat die ergens een bijhok moet hebben, kan niet anders.

- En zo veel bestuurders die goed spelen? Geen zuivere koffie.

 

Ring. Een ogenblik. Weer die klerentelefoon. 'Jansen schijnt zijn vrouw een pak rammel gegeven te hebben. Hoe komt ze anders aan die pleister op haar wang?'

 

Hier zijn we weer.

- Die Brabander is ook niet te vertrouwen. Die pakt zijn gete­kende te goed. K'n gewoon niet.

- En die kerel die die stukjes in de duivenkrant schrijft. Die kan wel schrijven hoe het moet, verstand van dui­ven heeft hij niet. Anders... pakte hij zijn getekende wel beter.

- Verkoopleider X is ook een deugniet.

Waarom lopen zijn verko­pingen zo goed? Hij jaagt de boel op, koopt zelf een hoop duiven terug. Zijn collega is trouwens weinig beter. Als je hem niet spekt kom je gegarandeerd niet in de krant. Waar rijdt die anders die dure wagen van?

 

RODDEL

Er wordt wat afgeroddeld in duivenland. Maar is dat verwonderlijk? Is duivensport daarom zo anders?

Nee dus. Veel bladen zouden zonder hun wekelijkse portie roddel op slag failliet zijn.

Ze voorzien ons van kruidige verha­len over wat de 'elite' van het land na kantoortijd allemaal uitvreet en als er iets met een mooie secretaresse is vallen zelfs de kantoor­uren onder de aandacht.

Een samenleving zonder een boulevardpers die op zoek is naar drankmisbruiken, hopeloze romances en al die andere scheve schaatsen waarop ook de elite lijkt te rijden is ondenkbaar geworden.

Als gewone mensen als U en ik betrapt worden op te hard rijden kraait er geen haan naar. Dat wordt evenwel anders als je Sneyder heet of minister bent.

Dan haal je met te hard rijden vele voorpagina's.

In Engeland danken kranten hun bestaan aan koningsverhalen.

Het Engels koningshuis is een onuitputtelijke bron van geruch­ten, soms ook feiten over bekoelde huwelijken, roman­ces, uitspattingen, er is altijd wel wat.

Als miljoe­nen mensen genieten van de roddel kun je van de duiven­liefhebber amper verwachten dat die anders is.

De roddel is het zout in de soep van de samenleving. Zonder roddel zou het leven van velen een stuk kleurlozer worden.

 

VRAAG

Wordt er over U geroddeld?

Ga er niet gebukt onder. Waarschijnlijk bent U een groot kampioen, een verkoopleider, een dierenarts die goed speelt, in ieder geval iemand die iets betekent. Elk mens die presteert of iets betekent staat bloot aan roddel.

 

Ring. De tele­foon.'De vrouw van Jansen ligt in het zieken­huis. Vast bont en blauw geslagen door haar man.'

 

Sorry we gaan verder.

Dus, beste lezer, wordt U beroddeld? Windt U niet op en vooral rea­geer niet. De macht van de roddel is dat die het slachtof­fer machteloos maakt.

Die kan zich niet verweren.

Zich verweren tegen de leugen heeft trouwens geen zin.

De kampioen die ontkent dat hij zijn duiven 'iets geeft' maakt zich alleen al door die ontkenning ongeloofwaardig.

Het is zo vanzelfsprekend dat je niets geeft dat een ont­ken­ning op een bevestiging gaat lijken.

Het is alsof je rondbazuint dat je geen dief bent. Daarmee breng je mensen aan het twijfelen.

Verheugend is wel te constateren dat velen niet echt goed roddelen. Ze rommelen maar wat aan terwijl effectief rodde­len een ver­fijnde kunst is die slechts weinigen beheer­sen.

 

NIVELLEREN

Roddelen is geen zucht naar sensatie, dat is een misverstand hoewel wijdverbreid.

Roddelen gebeurt in een poging te ontluisteren: de kampioen die ver boven de roddelaar staat aan het wankelen te bren­gen.

De waarheid is daarbij van geen belang. Wie de waarheid zegt is ook geen roddelaar maar geschiedschrijver.

Roddelen is geen boosaardige zucht naar kwaadsprekerij al menen velen dat.

De roddelaar roddelt uit zelfbehoud! Hij wil nivelleren!

Roddel is een camouflage van minderwaardig­heidsge­voelens.

Roddel moet de roddelaar uit de diepe put van machteloos­heid tillen waarin hij verkeert.

En hij denkt dat hij in die put is beland door diegene die hij beroddelt! Want let maar eens op, de roddel richt zich nooit op de mindere!

- Men roddelt niet over de liefhebber die elke week trouw duiven inmandt en amper prijs wint, wel over de kampi­oen.

- Men roddelt niet over de dakloze, wel over de kas­teelheer.

- Men roddelt niet over de invalide. Wel over de stervoet­baller!

- Niet over de eenvoudige boerenzoon die gaat scheiden, wel over de popster als die hetzelfde doet.

Roddel wordt geboren uit gevoelens van afgunst, mach­te­loos­heid en minderwaardigheid.

Men moet het zien als een vorm van verweer dat heilzaam werkt op de minderwaardigheidsgevoe­lens van de roddelaar.

Als men van iemand niets te vrezen heeft ontbreekt ook de behoefte de poten onder diens stoel uit te zagen.

 

MAAR

Zeker, het wil wel eens gebeuren dat men zich lovend uit­laat over de duivenkampioen.

Maar heel vaak zal een maar volgen.

Maar hij had er veel mee, maar hij lag goed, maar zijn eerstgetekende miste en nog andere mar­en.

Waarom die toevoeging?

Om de kampioen enigszins in de greep te hou­den.

 

Ring. Telefoon. Of ik het al gehoord heb van Jansen. Die heeft geprobeerd zijn vrouw te vermoorden.

 

We gaan verder. De duivenkampioen wordt vaak beschouwd als een brandkast vol geheimen. Roddel moet het breekijzer ­zijn om de brandkast te openen.

Aan allen die beroddeld worden een goede raad:

Volg NOOIT de logica.

De logica is dat je reageert. Het spreek­woord zegt immers 'wie kaatst kan de bal verwach­ten'.

De roddelaar gaat uit van die logica maar volg die niet.

Als hij kaatst vang de bal op, leg die rustig naast je neer en kaats niet terug.

Dat heeft een onthutsend effect.

Zoiets ver­wacht de roddelaar niet en het is goed mogelijk dat een soort radeloosheid zich van hem meester maakt.

Als je wel reageert een dringend advies:

Doe het goed! Want roddel is als een insect dat je lastig valt telkens als je je beweegt.

Als je reageert moet dat gebeuren met de absolute zekerheid dat insect te doden.

Als je faalt zal het insect dat roddelaar heet de vol­gende aanval met nog grotere woede en kracht herhalen.

 

Ring. De telefoon! De vrouw van Jansen is waarschijn­lijk dood, men heeft haar al een tijd niet meer gezien.

 

Nog een keer en die verdomde stekker gaat er uit. Roddelen kan inderdaad vervelend zijn. Maar weet u wat mogelijk erger is? Als niemand over je praat!

Dan beteken je niets en presteer je niets..

 Ring. Telefoon. Met wie? Mevrouw Jan­sen? Of ik iets leuks weet voor de verjaardag van Uw man? Maar ik dacht dat'.

 

Vertwijfeld grijp ik naar de jeneverfles.

Maar dat blijft wel onder ons.