Ga direct naar de inhoud.

Mislukt

Hoe lang ik al stukjes schrijf weet ik niet precies.

Soms doe ik het graag, andere keren niet.

Dat komt niet door kritiek. Die was er wel eens maar kwam van LOSERS.

Mensen die zo weinig betekenen of bezitten dat ze als LOSERS nog verliezers zijn.

Omdat ze zich te dik, te oud, te moe, te dom, te verlaten of te ontoereikend vinden willen die wel eens last veroor­zaken.

Mijn probleem is dat ik betwijfel of IK iets heb bereikt.

 

WEEMOED

Met weemoed denk ik soms terug aan de tijd toen ik begon met schrijven.

Aan mijn oom (in het dage­lijks leven orgeldraaier in een homobar in Galder Noord Bra­bant) die een oorlogsheld was omdat hij schrifte­lij­ke cursus 'Duits voor beginners' openlijk ver­brand­de.

Daarvoor heeft hij nog vastgezeten maar toen ik hem wilde opzoeken was hij ontsnapt.

'De klootzak' zei ik tegen de cipier. 'Dan g' je hem opzoeken en neemt hij de benen.'

'Ja hij is een moeilijk mens' gaf de bewaker toe.

'Tegen wie zeg je het' zei ik en vroeg of een andere gevangene vrij was voor bezoek.

Dat bleek een debuterend serieverkrachter (''n verkrachting) te zijn maar die zat zo geil naar mijn vriendin te kijken dat we weg waren nu het nog kon.

Verder was ik een fervent natuurlief­hebber.

Ik fietste graag door de bossen van Chaam, het liefst naakt in de plenzende regen en de roep van een wiele­waal nabootsend.

Ik herinner me ook mijn eerste liefde. Niet onbelangrijk want op sigaretten na is er niets voornamer dan verliefd zijn.

Ze was rondborstig, adembenemend mooi en o zo blond. Ik leerde haar lezen zonder uitpuilende ogen, maakte haar zindelijk en verbrak de relatie.

Want een meisje 'n een glanzende carri're als stukjesschrijver zag ik niet zitten.

 

VERANDERD

Ik werd ook duivenliefhebber.

Hoe zou het leven van een mens zijn zonder duiven denk ik soms.

Even saai als met meen ik dan.

En ik begon, nu zo'n 2.500 artike­len geleden, te schrijven.

Hoe meer artikelen ik schreef hoe minder zin ik soms kreeg er n'g een te schrijven.

Want wat voor zin had het vroeg ik me niet zelden af en kreeg concentratieproblemen.

Dat kwam door mijn hoge IQ zei mijn psychiater. Hij beweert dat ik een IQ heb van 280 maar dat moet je niet al te serieus nemen.

Ik denk dat hij 180 bedoelt, psychiaters overdrijven wel meer. Dat komt omdat ze zelf zo onzeker zijn.

Hij zei ook dat ik een genie was maar dat moet je evenmin serieus nemen. Dat zeggen die lui volgens mij tegen ieder­een met een IQ van 180.

Die psychiater was overigens een neef van me. Hij is ook een nicht maar gelukkig niet van mij.

Toen hij me eens voor de voeten wierp dat ik teveel van mezelf hield heb ik hem eens duchtig de oren gewassen.

'Nog ''n zo'n opmerking en ik zeg tegen je vrouw dat je een neger bent' dreigde ik.

(Zijn vrouw is namelijk blind waar ze achter kwam toen ze tijdens het lezen van een van mijn artikelen niet in de gaten had dat ik soms de ziekelijke neiging heb leuk te doen.)

Weet je wat die eikel van een psychiater ook zei?

'Ik kan je beter maken.'

'Ik ken dat' zei ik. 'Dat zei je ook tegen Tanja toen die zonder borsten geboren werd.'

'Gaan we schamper doen?' vroeg de psychiater me verstoord.

'Nee' zei ik, 'niet schamper, ik zou niet durven, maar wel agressief' en sloeg hem tegen zijn kanis.

Mijn eigenliefde is daarna wel wat geminderd.

Want ik ging beseffen dat ik dan wel door tien­tallen mensen gelezen werd maar door miljarden niet: De LOSERS.

Ik ging geld ver­dienen (niet zoveel als sommi­gen denken) en begon te drinken (ook niet zo veel als sommi­gen denken).

Ik rookte Belin­da, keek veel naar voetbal, luister­de veel naar muziek en las moeilijke boeken. En zo werd ik op eigen kracht narcist, misantroop, hupochrond­isch en cynisch tegelijk. Ik lachte graag maar niet vaak want er was weinig te lachen. Toch zeker niet in duivensport.

De farmaceutische industrie, de verkopers van wondermid­delen om duiven harder te doen vliegen en andere redders van de duivensport hebben daarmee te maken.

Ik functioneer niet in de buurt van die mensen.

Al die verkopers van flesjes, poeders en pillen, de opstel­lers van schema's waarbij je elke dag je duiven iets moet geven plegen aanslagen op mijn geest, vreten aan mijn hart, vertrap­pelen mijn ziel.

Zowat alles wat ze doen in hun stands op kampioenendagen stoort me.

Ik haat hun kapsels, hun welbespraaktheid, hun gsm's, hun folders, hun arrogante smoelen.

25 jaar heb ik ze bestreden.

Helaas 25 nutteloze jaren. IK verkoop je spul dat je kampioen maakt schreeuwen ze nog altijd. IK, IK, IK.

Schrap IK uit hun taal­gebruik en al die makelaars in luchtkastelen staan met de mond vol tan­den. De verhalen over hun wondermiddelen bevatten nooit nieuwe waarheden wel oude leugens.

 

BREINVERWOESTEND

Conditepoeders, carnitine, enzymen, pro-biotica, snel­heidspil­len, thee tegen stress, ik

Hoef geen vinger in mijn mond om braakneigingen te krijgen als ik deze woorden hoor want ik kan er niet tegen.

- Omdat ze breinverwoestend zijn.

- Omdat ze mensen op het verkeerde been zetten.

- Omdat ze mensen van hun centen beroven.

- En vooral omdat ze mensen de sport uitjagen.

A.S. neurotisch?

A.S. parano'de?

A.S. depressief?

Nee hoor. A.S. voelt zich een Don Quichotte die strijdt tegen windmolens want nog nooit was er zoveel troep in de handel als na 25 jaar schrijven. Waarom geloven ze me niet denk ik soms.

- Omdat ik geen dure stand heb bij Duivenshows, geen gouden tanden, geen folders met adembenemend vrouwelijk scho­on?

Gevaarlijk is ook dat die lui zo verschillend zijn. Je hebt er die je een Euro zou geven zodat ze een goedkope kogel zouden kunnen kopen, je hebt er die zo onop­vallend zijn dat ze geen scha­duw hebben, je hebt er die je niet tot buur zou willen al kreeg je er een huis bij. En zelfs zijn er zonder gsm.

Idioten zijn het, clowns in mensenverpakking, pretbedervers, een gevaar voor de duivensport.

 

WAAROM?

Waarom n' zo fel op je toetsenbord heng­sten zult U zich afvragen?

Aanleiding was het bezoek van een kampioen die een minder jaar kende. Hij had schema's bij zich. Op maandag dit in het water, op dinsdag iets anders en ook de volgende dagen. Maar dat was nog niets vergeleken bij een ander begelei­dings­schema. Daarin moest niet alleen alle dagen iets in het drink­wa­ter maar ook over het voer. En omdat de man een minder jaar had en sommige sportgenoten wel erg onwaarschijnlijke uitslagen neerzetten begon hij dus te twijfelen.

Of hij wel met zijn tijd mee ging.

Of er echt niets was. Iets wat hij niet kende en anderen wel.

Als z''n man al begint te twijfelen kun je nagaan hoe het met beginners, (die zijn er nog) zit. Die lopen ook met die schema's op zak, weten het ook niet meer. En terwijl ze in al hun onmacht op zoek gaan naar betere vitamines, betere druppels, betere dieren­artsen was ik 25 jaar op zoek naar betere dui­ven.

En 'ls het eens lukte, 'ls ik eens duiven had bijgehaald die presteerden werd me zelden gevraagd wat voor duiven dat waren, des te vaker 'wat ik ge­geven had'.

En dat waren nog de fatsoenlijke.

Zo stond bij de voerboer een liefhebber af te geven op mij.

'Die vent (ik dus) moesten ze schorsen. Zijn duiven (mijn duiven dus) waren vliegende apotheken'.

'Dat moet je tegen S zelf zeggen' zei een toehoorder die mijn aanwezigheid niet was ontgaan, 'die staat achter je'.

Hij keerde zich om, keek me aan en vroeg: 'Ben jij S?'

'Helemaal' zei ik.

'Ik k'n je niet meer kerel. Je hebt een grijze kop gekre­gen.'

'Dat komt door mensen als jij' zei ik en vroeg of ik af kon rekenen.

En nu zit ik weer een artikel te schrijven. Geen toekomst als voetballer, twee linkerhanden, zo cynisch als de neten en zolang mensen weigeren te geloven dat het vooral om de goede duif draait mislukt als stukjesschrij­ver.