Ga direct naar de inhoud.

Wat bij bleef 2

In deze bijdrage wil ik het weer hebben over hokbezoeken of liefhebbers die me in de loop der jaren bijgebleven zijn.

Omdat ik er iets van leerde of merkwaardige zaken constateerde.

BOSUA EN CLAESSENS

Heel vroeger, voor Bosua en Ludo C de faam hadden die ze later kregen, had ik redelijk veel contact met die mannen.

Kees kwam hier kijken naar de aankomst van de duiven van fondvluchten voor jongen en samen hielden we nog verkopingen.

Voor beide heb ik nog duiven verstuurd naar Japan.

En bij duiven horen stamkaarten, ook toen.

Toen ik zag wat voor duiven bij hen moesten vertrekken, schrok ik.

Daar zaten er bij zoals velen er nog nooit een op hun hok hadden.

Maar voor hen waren ze niet goed genoeg.

Toen besefte ik dat het beide hele groten zouden worden.

Ik schrijf vaker dat "selectie" wat mij betreft het enige geheim is in duivensport.

 

ANDRE ROODHOOFT

Dan was er dat bezoek aan Andre Roodhooft. Ik was er met een vriend en na een bak koffie en wat babbelen was het duiven kijken. Kwekers dus.

Die waren echter redelijk schuw omdat er kennelijk weinig vreemden op het hok kwamen. Dus dat werd vangen.

Een duif echter liet zich moeilijk pakken maar Andre gaf niet op en toen hij hem eindelijk had en aan ons wilde overhandigen blies die opeens zijn laatste adem uit.

"Een van mijn betere kwekers" aldus Andre.

We schaamden ons dood en verontschuldigden ons.

Maar Andre ging rustig door met andere duiven te laten zien.

"Het heeft zo moeten zijn en het is maar een duif" waren de woorden die ik me nog herinner.

"Het is maar een duif?"

Hoe waar dat was en hoe treffend zijn relativeringsvermogen bleek later toen Andre serieus ziek werd maar gelukkig herstelde.

 

MARCELIS

Bij Albert Marcelis kwam ik vaak. Een doodbrave mens en men moet Eric Berckmoes aangeven dat hij Albert tot diens overlijden bijstond om in de mate van het mogelijke met duiven te blijven spelen.

Bij hem schrok ik toen ik zag hoe jong die duiven durfde spenen. 23 dagen oud pas.

"Als die zich dan niet kunnen redden zijn het geen vitale duiven", zei hij. Albert heeft ook nooit geld aan duiven gegeven.

Hij versterkte zich meestal bij streekgenoten.

"En ik heb nog zelden een duif bijgehaald waarmee ik niet lukte" aldus Albert.

Kent de een er dan toch iets meer van dan de ander?         

Als dat zo is dan hoort Leo Heremans daar zeker bij.

En wie weet. Misschien GJB ook. Van B van Oeckel hoorde ik dat die in Turnhout duiven had gekeurd en men heeft hem opnieuw gevraagd.

 

LEO HEREMANS

In 2003 toen Leo nog speelde onder de naam Heremans Ceusters kocht ik er veel duiven voor een Taiwanees.

Leo had voordien amper duiven verkocht en deze waren erg goedkoop.

Hij had nog niet de naam van nu en die Taiwanees wilde geen nazaten van de Olympiade herinner ik me.

Toen ik er weer eens duiven ging halen besloot ik er enkele voor mezelf te houden en vroeg Leo om raad.

Hij wees er enkele aan waarmee ik kans zou hebben.

Een jaar nadien, op weg naar Eyerkamp, kwam hij langs en vroeg de duiven die ik van hem had te mogen zien. "Dit MOET een goede zijn" zei hij, wijzend naar de 04-124.

De kweek er uit viel me echter niet mee en ik dacht "dus jij kan er ook naast zitten Leo". Dacht ik dus.

Drie kleinkinderen zouden prima duiven worden en een zelfs een super.

Die kent de eigen duiven! Waarop hij zich baseert zal ik nooit te weten komen.

 

STICKERS DONKERS

De verwoestende uitslagen op de vitesse van het duo uit Lille zijn alom bekend.

Bij Dirk is het elke keer weer schrikken als je voor de jonge duivenhokken staat.

Dat zijn eigenlijk geen hokken maar voli'res, de voorkant is van gaas. Van verduisteren of bij lichten kan dus geen sprake zijn. En vooral Duitsers maar piekeren over licht, lucht en ventilatie.

Nu is bewezen dat je minder last van Coli hebt in voli'res en op hokken die niet schoon gemaakt worden maar dat zulks niet altijd op gaat bleek in Lille. Ook daar heeft men elk jaar te maken met Adeno/coli, ondanks de open hokken.

 

GEBROEDERS DE WIT

Weer lang geleden kocht ik bij de Gebroeders de Wit hun 1e Nationaal (of was het Internationaal?) Barcelona.

Het was tot mijn verbazing een zuivere Klak (Janssen dus) en ongelooflijk mooi.

"Heb je zin in wat jongen?" vroeg Jaap me.

Ik dankte hem beleefd ondanks het feit dat al die blauwen en lichtkrassen van een verblindende schoonheid waren.

Ik was destijds zo onnozel te denken dat in mijn omgeving de beste duiven zaten.

Wat een onvergeeflijke misvatting bleek te zijn.

Mannen die minder na'ef waren dan ik, met name de v d Merwes, Verkerk, Verbree, de Bruyn en anderen werden vedetten met duiven van De Wit, een naam die nooit de faam zou krijgen die die verdiende.

Bij ene Mees Doornekamp kocht ik ooit ook een Nationale Asduif die ik nooit zal vergeten. Ook die moet enorm goede duiven hebben gehad.

 

DOKTER MADEIRA

Weet je wiens duiven ook een verpletterend indruk maakten? Die van de oogarts dr. Madeira in Portugal. Zo iets verwacht je daar misschien niet maar wie denkt dat hier alleen goede duiven zitten moet snel uit dromenland gehaald worden.

Of hij moet eens uitslagen bekijken van eenhokswedstrijden zoals die in Zuid Afrika. Onze duiven worden er zoek gevlogen door vooral Duitse en zelfs duiven uit Kuweit en andere zogenaamde ontwikkelingslanden.

 

BAKKER DILEN

Veel uren heb ik ook gesleten bij Dilen in Ravels. Ik heb daar nog duiven gehaald en geloof het of niet, daar zat niet een slechte bij.

Hoe goed diens duiven waren weet plaatsgenoot Rik Vloemans wel.

Zelden of nooit miste er een zijn prijs.

En van Dilen weet ik absoluut zeker dat die nooit maar dan ook nooit kuurde. Zelfs niet tegen geel. Toen ik er eens een duif in handen kreeg waarvan ik bijna triomfantelijk vast stelde dat die geel had sprak hij de historische woorden: "Daar heb ik iets voor."

Vervolgens liep hij een berghok in, ik dacht om een pilletje te pakken, maar hij kwam terug met een bijl. Wat vervolgens gebeurde kan je raden.

 

VAN DE WOUWER

Daar kocht ik 5 a 6 jaar terug wat duiven aan 100 e per stuk. Hij stak er wat in de mand, en ik keerde huiswaarts met rechtstreekse kinderen en kleinkinderen "Kaasboer".

"Neem er toch wat meer" bedelde hij bijna. "Die kun jij makkelijk kwijt."

Ik had dat inderdaad moeten doen. Ik had ALLES moeten kopen wat ik kopen kon.

Dan zou ik pas interest van mijn centen hebben gehad.

Kwaliteit was niet belangrijk. De stamkaart des te meer!

Onlangs verkocht hij jongen aan... 4.400 euro gemiddeld!