Ga direct naar de inhoud.

Zit dat zo?

Er zijn nogal wat dingen waar ik absoluut niet tegen kan.

Wachten bijvoorbeeld. Of het nu in de file is of bij de dokter, zo zonde van de tijd.

Traag rijdende automobilisten op de linkerhelft van de auto­baan wekken mijn ergernis en een absolute ramp vind ik mee­doen met een kus­jes­dans.

Mensenlief wat was ik vaak op het toilet tijdens kusjesdansen.

Waar ik ook niet tegen kan is als duivenliefhebbers op het verkeerde been worden gezet en helaas gebeurt dat vaak.

 

KLOPT NIET

Zo zou je goed spelen kunnen vergeten als je niet over veel tijd en veel geld beschikt. Vooral geld zou duivensport kapot maken.

Mij lijkt "veel geld" eerder een NADEEL voor iemand met ambitie.

Heeft iemand geld volop?

- Hij zal mogelijk minder kieskeurig zijn als hij iets aanschaft.

- Met "veel geld" kan je in de verleiding komen te veel duiven te houden. Minder streng te selecteren.

Gebrek aan geld?

- Je zal beter opletten als je iets aanschaft. Niet zo makkelijk vallen voor namen, rassen en stambomen. Het noodzaakt slimmer te zijn.

- En met minder geld zul je strenger selec­teren en dat is van enorm belang.

Kampioenen handelen o zo verschillend maar ''n ding hebben ze gemeen. Zonder uitzondering selecteren ze streng.

Ze verwijderen duiven vanwege gewogen en te licht bevonden die bij anderen een plaats op het kweekhok zouden krijgen.

Maar ik wijk af.

Wat ik wil zeggen is dat je wel degelijk aan goede duiven kunt raken zonder dat je daarvoor diep in de beurs moet.

En dat je wel degelijk kunt presteren zonder halve dagen op het hok te slijten.

Andre Smits ( ja dezelfde) won ooit op twee weken tijd twee Semi Nationals uit Chateauroux en Bourges. Een van de winnaars had hij voor weinig geld gekocht als bon, de andere gekregen van een clubgenoot.



Het eenvoudige hok van Eddy Janssens waarop zo goed werd gepresteerd. 
 

FLAUWE KUL

Duivensport IS niet zo moeilijk.

Ik durf zeggen heel mijn leven goed met duiven te hebben gespeeld.

In 2012 nog een record aantal eerste prijzen.

Dit jaar (2013) 1e Kampioen oude in Hart van Brabant.

Maar nooit had ik enig benul van, of lette ik op zaken als de zevende pen, vierkante okselpluimpjes, de verspringing van de eerste pen, witte tenen, staartpennen met witte vlag, verkenningscirkel enzovoorts.

Ook heb ik geen flauw idee welke kleur ogen je tegen elkaar moet koppelen om betere duiven te kweken.

Van ogen heb ik immers even weinig verstand als van spieren.

En toch kende ik nog nooit een slecht seizoen.

Maar' Zijn het niet de grootste kampioenen die zeggen niets van duiven te kennen? Vooral beginners moeten zich niet gek laten maken door al wat ze lezen of horen.

Gevolg kan immers zijn dat ze gaan zoeken waar ze het niet moeten zoeken.

SIMPEL TOCH?

Veel kweken, veel spelen en streng selecteren op basis van gezondheid en prestaties en je komt er. De weg neerwaarts is geloven in geheimen die niet bestaan. Of in medicijnen om hard te spelen.

Goede moet je hebben en wat een goede onderscheidt van een slechte is ori'nte­rings­vermogen ofwel een goed kompas, uithoudingsvermogen, wilskracht en vooral

gehechtheid aan het territorium.

Allemaal zaken die je niet af kan lezen van de zevende pen, witte tenen, ogen of okselpluimpjes.

Ik geloof trouwens ook niet in doping bij duiven ondanks het feit dat er weer heel wat ophef over is. Een op de vijf zou de duiven drogeren?

Komaan. In Nederland zou Verkerk zeker als eerste in aanmerking komen.

Wie Bas van nabij kent weet beter. Ondanks zijn jeugdige leeftijd vakman als weinig anderen met bijzonder goede duiven die er het maximale uit weet te halen.

En trouwens: Wat zou je er mee zijn als je duiven sneller zou kunnen doen vliegen die vervolgens te dom zijn de meest rechte weg naar huis te nemen.

 

OPBOUWEN?

Bovenstaande weten al diegenen die ooit goed speelden en nadien terug vielen.

In hun glorietijd werden ze er van verdacht "iets te geven" tot ze de goede duiven niet meer hadden. En met die goede verdwenen hun kennis en geheimen.

Kampioenen als (ik noem er maar wat) Eddy Janssen, H Kennis, Vermetten, (die had pas goede!), Boeckx, Stickers Donckers enzovoorts bouwden hun kampioenenkolonie veelal op zonder zwaar te investeren.

En hun stervliegers zitten op hokken het aanzien niet waard zijn.

En zijn DAT kenners van medicijnen en aanverwanten?

Van inteelt en lijnenteelt?

Ze hebben wel een gezond stel duivenhersens dat zegt (hier gaan we weer): Goede moet je hebben! En die kan je dus krijgen, kopen en zo maar opvan­gen.

Een goed SOORT is wat anders; dat krijg of koop je niet maar bouw je op. 


Het hok van Staf Dusarduijn, een legende.  

EN HOKKEN DAN?

Hokken is nog zo iets.

Mensenlief, wat is daar al over geschreven. Over verluchting, temperatuur enzovoorts. Je moet er bij eerder genoemde Eddy Janssen niet mee af komen.

Die kon moeiteloos gekroond worden als eigenaar van de lelijkste hokken van Belgi'. Hokken die niet alleen foeilelijk maar ook nog eens tegen alle theorie met die verguisde golfplaten.

Maar wat speelde de Zandhovenaar er goed op.

Tot hij die hokken ook geen zicht meer vond en een prachtinstallatie neerzette. Verluchting enzovoorts allemaal volgens de regels maar met goed spelen was het gedaan. Nu het lek hopelijk boven Eddy?

Trouwens golfplaten?

Ik schrijf hier vaker dat als ik nieuwe hokken moest bouwen dat er zouden zijn met golfplaten dak. Zoals die van Dirk v d Bulck, Dirk van Dijck en zo veel anderen. Zo weinig mogelijk verschil tussen dag- en nachttemperatuur door goede isolatie is nog zo iets. Moet je eens bij Stickers Donckers gaan kijken. Daar zijn de hokken voor jongen ge'soleerd met gaas! De jongen zitten in een open voliere maar speel er maar eens tegen.

 

DE BROERS

Zo had ik destijds mijn "goede" en zijn nestbroer.

Niet van elkaar te onderscheiden; dezelfde kleur, dezelfde vleugel, dezelfde lichaamsbouw en dus dezelfde afstamming.

Ik moest naar de ring kijken om te zien wie wie was.

Maar wat een verschil als er gevlogen werd. De goede was een goede, de broer raakte geen papier.

"Als de broer van de goede niet presteert is dat de kweker" wisten sommigen. Schei toch uit. Waarop is dat gebaseerd?

Van beide heb ik gekweekt, de jongen van de broer waren niets waard, die van de goede zelf evenmin al heb ik die meer krediet gegeven.

Omdat je uit de goede zelf moet kweken?

Je moet NIETS behalve' veel geluk hebben! Dat moet je.

Je kan dat geluk een beetje afdwingen door veel te kweken, veel spelen en veel kappen. Of: De slechte ruimen, de goede verkopen en de supers houden.


De hokken van Charel en Daniel Boeckx. 

EN NOG DIT

En voeren dan? Daarvan ken ik nog minder dan Andre Roodhooft. En toch speelde ik heel mijn leven dus goed. Trouwens. Vraag tien kampioenen hoe ze voeren en je krijgt tien verschillende antwoorden.

Ludo Claessens vond voeren het onbelangrijkste in duivensport en ook Andre zegt er weinig van te kennen. En ook tegen hem moet je op de kleine fond maar eens spelen. Of beter, proberen te spelen.

 Met geld kan je de mooiste hond van de wereld kopen. Maar niet het kwispelen van zijn staart.