Ga direct naar de inhoud.

De zwijgende meerderheid (31-03-2020)

Je kunt geen krant open slaan of geen televisie aan zetten of je leest en hoort over opinie peilingen. Of over enquêtes. Nadien word je bedolven onder procenten en statistieken. En duivensport volgde. Recentelijk kregen de Nederlanders de ene na de andere enquête voorgeschoteld en zo pas was Antwerpen aan de beurt.

In een aantal ‘snelheidslokalen’ daar kregen de liefhebbers een vragenlijst voor gelegd zodat de beleidsmensen konden leren wat leeft bij de ‘basis’ m.b.t. een aantal ‘hete hangijzers’.

 SNELHEIDSVLUCHTEN

België staat in de wereld bekend als het land van de vitesse spelers. Twee snelheidsvluchten op een dag met op elk soms slechts enkele handvollen duiven is iets wat geen buitenlanders snapt. Zelfs zijn er streken, de regio Brussel met name, waar talrijke liefhebbers heel hun leven niet anders speelden dan Quievrain, voor hen amper 50 km.

Voor Antwerpen, de provincie waar mensen om hun mening werd gevraagd, is Quievrain gemiddeld zo’n 125 km. Noyon ongeveer 100 km verder. Het zou, zo zou je toch zeggen, in een tijd met zo veel minder liefhebbers en minder duiven, niet meer dan logisch zijn om die twee vluchten te vervangen door een, bv. Sint Quentin, zo’n 175 km. De liefhebbers echter denken er anders over. De meeste toch. Ze willen twee snelheidsvluchten behouden en zeker Quievrain. Enkelen beweren zelfs te stoppen als Quievrain wordt opgedoekt.

 SAMEN LOS

Een andere vraag ging over de lossingen in Quievrain. Oude of jongen samen of gescheiden? ‘Samen’ zo vonden de meeste. Dienaangaande gaan mijn gedachten uit naar vroeger jaren. Omdat we vanwege ‘vogelgriep’ hier niet mochten spelen reden een sportvriend en ik enkele weken achtereen naar Quievrain om onze jongen daar onder ‘de hoop’ te gooien. Wat opviel was dat enkele gerenommeerde liefhebbers uit Antwerpen er ook met duiven stonden en… het grote verschil tussen oude en jongen die toen met een half uur verschil gelost werden. Het gros van de jongen bleef kortere of langere tijd rond de losplaats draaien, de oude stoven in kaarsrechte weg uit de manden, alsof ze werden afgeschoten. De eerste keer wisten we niet beter en losten onze jongen met de andere jongen. Nadien niet meer, kwestie van ze geen verkeerde gewoontjes aan te leren. Misschien heeft die meerderheid gelijk, is jongen en oude samen los beter.

 WEEKEND

Duivensport in Nederland en België is amper vergelijkbaar. Werd in een heel grijs verleden in Nederland alleen op zondag gespeeld, geleidelijk aan werd dat ook op zaterdag en vervolgens alleen maar zaterdag. Veel gezinsvriendelijker vond men. Ook in België spelen sommige beleidsmensen met de gedachte duivensport in zijn geheel naar zaterdag te verplaatsen.  

De meerderheid van de ondervraagden vindt dat geen goed idee. Ze willen, blijkens de enquête, vitesse vluchten houden zoals het was: Op zondag dus. Omdat vooral de vitesse mannen voor het overgrote deel wat ouder zijn? Niet onmogelijk.  

 HOKLIJSTEN

Bij nogal wat liefhebbers wekken de zogenaamde ‘windvliegers’ irritatie. ‘Windvliegers’ zijn liefhebbers die gaan spelen in een maatschappij, waar ze, afhankelijk van de windrichting, het meeste kans hebben goed te presteren. Verder kunnen ze, sommigen toch, van dezelfde vlucht op meerdere plaatsen tegelijk gaan spelen. Voor buitenlanders onbegrijpelijk en dat is het ook voor veel Belgen.

Punt is immers veel oneerlijkheid omdat niet iedereen die mogelijkheden heeft. De bevoorrechten die wel in meerdere samenspelen kunnen concoursen hebben aldus meer kansen voor Nationale Kampioenschappen en Asduiven. Per weekend kunnen ze immers kiezen welke hun beste vlucht was. Toch, zo wijst de enquête weer uit, kan de meerderheid met deze ongelijkheid leven. De meeste zijn er gewoon op tegen dat je moet spelen waar men de hoklijst binnen brengt. Belgische duivenliefhebbers willen kennelijk zo veel mogelijk vrij zijn, zelf keuzes kunnen maken. In Nederland valt niet te kiezen. Je speelt in de eigen club, wegvluchten voor wind of concurrentie kan daar niet.

Lier markt zoals het ooit was.

 PORTDUIVEN

Portduiven is in beide landen een heikel thema. Toch is het niet onbelangrijk. Of in een samenspel waar pakweg 400 duiven bijeen komen een fondspeler zijn 80 duiven mee geeft voor ‘port’ of niet, terwijl hij ze toch niet klokt, kan beslissend zijn voor zelfs een Nationale Asduif. Omdat een 1e prijs van 320 duiven of een 1e van 400 een aanmerkelijk verschil geeft in coëfficiënt.

Hoe de Antwerpse vitesse spelers er over denken? Weer blijkt dat die zelf willen kiezen of ze spelen of niet. Ze zijn voor portduiven op de vitesse, maar tegen op de HaFo. Blijkens het overzicht dat we kregen zou overigens 51% snelheid spelen, 27% HaFo en 15% Grote HaFo of Kleine Fond zoals sommigen zeggen.

 NOG WAT CIJFERS

Duivenliefhebbers halen graag herinneringen op uit het verleden. Met hoeveel men toen was en vergelijken dat met nu. Jef Houben zei me vaker, dat iemand die in Itegem in zijn jonge jaren geen duiven had er niet bij hoorde. Dat was een soort zonderling. Helaas is het zo dat in sommige streken ooit meer clubs waren dan nu liefhebbers. Toch is in Antwerpen nog volop ruimte om ‘lekker’ met duiven te spelen. Er zouden 3.582 leden zijn, 3.110 hokken en 472 tandems.

Op zo’n klein gebied een bezetting waar ze zowat overal in de wereld alleen maar van kunnen dromen. Guadalajara in Mexico is een uitzondering.

 GUADALAJARA

Nergens ter wereld zouden zo veel liefhebbers op een kluitje zitten als daar. De stad telt 2.500 geregistreerde liefhebbers waarvan er 1.000 actief de sport beoefenen. Die wonen in een straal van 25 kilometer, liefhebbers buiten deze straal worden niet aangenomen en hebben maar een keus als ze met duiven willen spelen: Verhuizen. Dat is heel wat anders dan gaan spelen waar je vanwege de wind dat weekend het gunstigst ligt. Of met westenwind spelen tegen liefhebbers die 150 km oost van je wonen.      

 NOG IETS  

Het moet nu ruim een jaar geleden zijn dat ik hier schande sprak over de kosten die beginners moesten betalen voor iets onnozels als een hok coördinaat. Iedereen met een IQ van boven de 75 en een GSM kan er een prikken.

Twee streekgenoten die toen met duiven wilden beginnen werd gevraagd eerst 300 euro af te tikken voor zo’n coördinaat, terwijl het 5 km verder, over de Nederlandse grens, gratis was. De een heeft netjes betaald, voor de ander was dat reden om maar geen duiven te gaan houden. ‘Al duur genoeg en van een sport met daarin zo veel geldklopperij wilde hij geen deel uit maken.’ Ik wist dat ‘het’ naar de Bond gegaan was en daar keerde het gezond verstand terug. Gelukkig. De ‘kosten’ voor een coördinaat zijn nu 25 euro plus ‘benzine kosten’ en als het beginners zijn is het zelfs gratis. Zoals dus in Nederland.

Bij Houben in de straat. Bourges moet ‘vallen’. Hoezo duivensport volkssport?