Ga direct naar de inhoud.

Impact 2 (01-12)

Als gevolg van Corona was 2020 het eerste en enige jaar in dit decennium dat we  geen hokbezoeken hadden afgelegd. Van de tientallen die wel plaats vonden zijn dingen bij gebleven die mogelijk ook voor U, lezer, interessant zijn.  

 NOG EEN?

Van ‘de ‘Gilbert’ (die duif van Meire), had Willem zo veel plezier dat hij me, ik meen in 2003 belde. ‘Als je nog eens zo’n adres hebt….’ Zo’n adres had ik inderdaad en nu niet eens ver van huis. Ik kwam destijds veel bij Gust Janssen, een kwartiertje rijden, en die had het altijd maar over ‘Den Heiremans’ tegen wie niet te vliegen zou zijn.

Daarmee bedoelde hij Leo Heremans en zijn toenmalige compagnon Charel Ceusters en, hoewel de combinatie buiten eigen streek vrijwel onbekend was, Gust had niet overdreven. Er WAS niet tegen te vliegen. Al gauw stond ik er, volgens Leo als tweede buitenlander, op de stoep (Wolfgang Roeper was de eerste). En elke keer als ik er duiven zag stond ik perplex. Wat een duiven. Nooit gezien en geen wonder dat die mannen zo goed speelden. ‘Ja, ik weet weer een goed adres’, zei ik, ‘maar dan niet te lang wachten, hij wordt bekender en dat is niet goed.’

 LEO HEREMANS

Ook op hem maakten de Heremansduiven een verpletterende indruk. Charel bleef maar duiven tonen tot we hem smeekten ze te laten zitten. We werden er niet goed van. Om een minderwaardigheidscomplex van te krijgen. Ook totaal andere duiven dan we in de Vlaanders zagen. Daar hebben ze veel vuilblauwe en vuil geschelpte. Deze deden denken aan de Janssens van vroeger. Veel licht blauwen en licht geschelpte. Enfin, Willem bestelde er meteen maar een stuk of 40, eieren en jongen.

‘Wat goed is komt snel’ is een cliché met baard, maar was hier zeker van toepassing. In Reeuwijk bewezen de Heremansduiven onmiddellijk een klasse apart te zijn. Willem op zijn beurt vertelde Hans Eyerkamp over de goudmijn die we hadden ontdekt en het vervolg moet bekend zijn.

 GEVAERT LANNOO

Ook een bezoek aan de combinatie Gevaert Lannoo was de moeite. Vooral omdat zo’n grote naam met zo weinig duiven speelt. Als een van de zeer weinigen konden ze aan de (commerciële) verleiding weerstaan meer duiven te gaan houden. En dat in een tijd dat het meer en meer mode wordt gebrek aan kwaliteit te verdoezelen met de massa. Bij sommigen toch.  In Deinze deden ze het altijd met 12 koppels vliegduiven en hoefden daarmee van niemand schrik te hebben. Met weinig duiven top presteren op de kleine fond op landelijk niveau? Het kan dus nog. Ook Willy Daniels bewees dat.

De hygiëne op de hokken van Gevaert Lannoo maakte indruk maar wat vooral opviel waren de broedbakken. Die waren dermate vernuftig in elkaar gekunsteld dat ze meerdere mogelijkheden boden tot extra motivatie. Zoals bij Nederlandse Jan v d Pasch. Op diens hokken zie je ook meteen de hand van een vakman. De Vlaamse duiven bevielen buitengewoon, wel vond Willem dat ze wat langer mochten zijn om wekelijks meer dan 500 km te vliegen. Helaas is Carlos, deel uitmakend van het team, overleden

 IETS LANGER

Kan je duiven inderdaad indelen? ‘Normale’ duiven en duiven die wat langer van bouw zijn en daarom meer geschikt voor de fond? Die ‘langere duiven’ zagen we met name bij Desaer, Norman, Limbourg, Pollin, Ally en andere. Ikzelf bij van Olmen, Jos Joosen en destijds Braakhuis. Dat waren duiven die eigenlijk pas begonnen uit te blinken op de grote fond. Als de afstanden 800 km werden of meer. Zijn de duiven voor de grote fond door selectie gebaseerd op het resultaat de laatste decennia inderdaad langer van bouw aan het worden? Breng je als fondspeler daarom beter geen kortere, meer geblokte duiven in? Daar lijkt het op. Mannen als Koopman, Thone en Cor de Heyde zouden hier meer over kunnen zeggen.  

 DIRK VAN DIJCK

Bewonderenswaardig van Dirk is hoe hij zo veel duiven perfect onder controle heeft en een heel jaar super gezond kan houden. En dan de hokken. Mooi zijn ze allesbehalve. En goed? Dat moet wel.   Ze zijn erg oud, ondiep, met golfplaten maar bevolkt met oergezonde duiven die presteren. Worden diepe hokken vaak aangeprezen, de Zandhovenaar houdt er niet van. En al helemaal niet van een traliewerk en gang.

Dan is er te weinig contact met de duiven, zo beweert hij. Hoewel het zakelijke maar bijzaak is, is hij dienaangaande verre van dom. De aankoop van de Nationale Asduif vitesse van Boeckmans (een juweel) en Di Caprio van Leo Heremans waren beide een schot in de roos. Dirk is een echte en geeft de indruk alle dagen met duiven te willen spelen. En zo veel bons schenken als hij? Knap hoor. Je moet het aan kunnen. 

LIMBOURG     

Als er een landelijke top vijf opgemaakt zou worden van ‘fine melkers’ zou Limbourg daar zeker bij staan. Als hij zijn mond open doet, luister je. Hij werd als tiener al ‘jeugdkampioen’ van België, geloof dat hij vier keer bijna totaal verkocht en even zovele keren kwam hij terug. Het getuigt van vakmanschap. Van hem krijg je de indruk dat hij net wat slimmer is dan de meeste, zeker als je goed luistert naar hetgeen hij niet zegt. Van de duiven die we in handen kregen, viel er een uit de toon. Althans dat vonden wij. Laat het nu een van zijn beste kweekduivinnen zijn. Duiven voor de grote fond zouden dus wat langer zijn, maar deze was wel heel erg lang.

 BUVENS

Roger Buvens is een echte natuurmens en een beetje anders. Voer koopt hij als hij toevallig langs een voerhandel rijdt. Het merk is niet belangrijk als het maar goedkoop is. Maakt volgens hem allemaal niet uit.

In bijproducten gelooft hij nog minder dan ik en toch werd hij in 2013 Nationaal Kampioen Grote HaFo, in 2014 tweede en ook in 2015 tweede. Van heel België dus. Hij speelt alleen met duivinnen waarmee ik medelijden kreeg toen ik ze hartje winter zag zitten. In een volière, aan alle kanten open, dus niet het minste afgeschermd. Zelfs het dak niet. Die worden later onder gebracht op het hok van de jongen, trainen met de jongen en worden verduisterd met de jongen. Onderling paren? Hoe meer hoe liever, vindt Roger. Hij zegt dat hij met geluk aan die goede duiven kwam.

Zie je tegenwoordig steeds minder goede duiven met een afwijkende kleur (zwart, rood, schalie, kakelbont) veel van zijn beste duiven zijn zwart of bijna zwart.

 

O s bij foto:

 

Roger Buvens

 

Het verblijf van de duivinnen in de winter.