Ga direct naar de inhoud.

Uitslagen en nog wat

Veel negatieve geluiden ten spijt kan je van duivensport niet zeggen dat die helemaal stil is blijven staan, die heeft de afgelopen decennia zelfs een face­lift ondergaan.

Elektronisch klokken kwam, poulesystemen en kampioen­schap­pen worden steeds uni­former en dat laatste werd tijd ook.

Ik hamer daar al jaren op want te lang gebeurde er in duivensport te weinig.

Kan je geloven dat ik ooit voor een en dezelfde vlucht drie keer dezelfde ringnummers op moest schrijven als ik drie keer wenste te 'dubbelen?'

Oh, wat haatte ik dat zinloze gedoe.

Die ene poulebrief die we nu hebben voor alle niveaus (dubbelingen)  is een verade­ming en geen poulebrief meer invullen vanwege elektronisch klokken helemaal.

 

VROEGER

Vroeger, toen liefhebbers over el­kaar heen struikel­den als ze hun klok bin­nen­brachten, toen je 's ochtends en 's avonds massa's weduwnaars zag klepperen, toen je met duiven meer kon verdienen dan sommigen met werken, toen lief­heb­bers nog geen aanhang­wa­gen nodig hadden om duiven in te manden, toen er nog geen teletekstpagina voor duiven was, toen je niet op tijd thuis moest zijn om je jonge duiven donker te zetten is voor­bij en komt nooit meer terug.

Duivensport lijkt door die veranderingen een stuk prettiger geworden maar toch mis ik iets. Daarmee bedoel ik niet de vele liefhebbers die er niet meer zijn maar door  elektronische klokken wordt alles onper­soonlijker.

Zo verdrongen liefhebbers (waar zijn ze gebleven blijf je je afvragen) zich na de vlucht bij de klok­briefjes die na het lichten werden opge­han­gen. En elke keer als er nieuwe bijkwamen ging dat verge­zeld van com­mentaar.

Die briefjes gaven duidelijkheid over hoe anderen gespeeld hadden, je zag wie zijn getekenden goed had en daardoor kans op de (hier) populaire series.

En je kreeg een idee omtrent de con­coursduur.

 

NU

De handgeschreven klokbriefjes zijn er niet meer.

De liefheb­ber krijgt nu een uitdraai, die laat hij aan de tafel­genoten zien en dan is hij weg. Hoe snel is afhankelijk van hoe goed hij speelde.

Ik mis die klokbriefjes opgeprikt aan spijkers, het commen­taar van de liefhebbers en daarmee sfeer.

Men heeft eens onderzoek gedaan naar wat mensen tof vonden aan duivensport en wat ze irriteerde.

Een goede sfeer vond men het belangrijkste, waaraan men zich ergerde was wachten!

Liefhebbers wilden: 

- Niet lang wachten bij het inmanden.

- Niet lang wachten na het binnen­brengen van de klokken.

- Niet lang wachten op een lossing (maar dat hebben we niet in de hand).

- En vooral: Niet lang wach­ten op de uitslag.

 

UITSLAGEN

Ik vind interessant hoe uitslagen er uit zien. Ze tonen of de maker respect heeft voor de liefhebber of alleen denkt aan zijn vergoeding.

De goede verschaffen interessante bijkomende informa­tie zoals tussenstanden van kampioen­schappen (volle­dig bij), asduiven enzo­voorts. Dat voegt iets toe en de ‘opmakers’ verdienen respect, ook omdat de vergoe­ding die ze krij­gen zelden in verhouding staat tot het werk.

Aan de publicatie van tussenstanden van kampioenschappen kleeft overigens wel een nadeel.

 

GEVAARLIJK

Hoewel het mijn gewoonte is alleen duiven in vorm in te manden wil het vlees wel eens zwak zijn, met name als je met een of meerdere duiven goed ge­klasseerd staat.

Dat wil je zo houden en het is hier dat je op moet passen.

Soms hebben duiven minder conditie of wordt slecht weer voorspeld.

Maar als duiven goed geklasseerd staan voor kampioenschappen wil je wel eens twijfelen en toch spelen.

'Ach, het is wind van achter', of 'de duif die de week voor­dien geen vorm had won ook prijs’, dus wordt zo'n duif ingemand!

Het verklaart waarom al heel wat goede duiven verlo­ren gingen de laatste vlucht dat ze mee moesten.

Daarom ook ben ik er voorstander van bij de bereke­ning van kampioenschappen niet alle vluchten te laten tellen.

Tien halve fondvluchten?

Acht tellen voor het kampioenschap.

Niet alle vluchten laten tellen biedt veel voordelen.

- Je bent niet de pineut als je er door een nadelige wind niet aan te pas kwam.

- Naar een kampioenschap hoef je niet te fluiten omdat er die ene vlucht een ballon of vlieger boven het hok hing zodat je duiven niet binnenkwamen.

- Domme pech zoals het stilvallen van een klok zou je seizoen niet overhoop gooien.

- En vooral zou je duiven thuis kunnen houden.

 

ANDERS

Zo vind ik de manier waarop men in Duitsland met duiven speelt een absolute ramp en nog dieronvriendelijk ook.

Het gaat daar om het aantal prijzen dat een duif op een jaar wint.

Wij willen kopvliegers maar ‘kop vliegen’ telt in Duitsland amper.

Een duif die tien schamele prijsjes won is een duif die ik verwijder. In Duitsland wordt die voor het 'Meis­ter­schaft' hoger gewaardeerd dan een die acht eerste prijzen won.

Een keer niet spelen vanwege mindere conditie kàn daar eigenlijk niet.

Als ik met duiven moest spelen als onze Oosterburen timmerde ik de hokken dicht.

Ook omdat je er min of meer verplicht bent dezelfde duiven van 150 tot 700 kilometer te spelen.

Verder moeten uitslagen de bijbel zijn om duiven te beoordelen.

Die zeggen meer dan repor­tages of stamkaarten.

'Vier maal teletekst' of iets dergelijks lees je in Nederland steeds vaker in reportages of advertenties.

Maar ook dat is betrekkelijk.

Zo won ik in 1998 van Nationaal Orle­ans jonge duiven: 8, 10 en 13.

Dat maakt indruk, maar... dat was geen uitslag.

De uitslag leert dat niet goed gespeeld werd. Wèl drie vroege duiven, maar 'de ver­keerde' en te weinig prij­zen.

 

UNION ANTWERPEN

Uitslagen met goede informatie zijn die van Union Antwerpen.

Ze zijn niet om aan te zien maar wel bijzon­der informatief.

Voorin staat een register met in alfabetische volgorde de namen van àlle liefhebbers die meededen, daarachter hoeveel duiven ze mee had­den, hoeveel prijzen werden gewonnen, met welke prijs begonnen werd en de klasse­ring van de laatste prijsduif.

Reportages met uitslagen die niet vermel­den hoeveel duiven in concours stonden, met hoeveel duiven werd gespeeld, welke en hoeveel prijzen werden gewonnen gun ik geen blik waardig.

Die hebben geen enkele opbouwende functie naar de lezer toe.

Berichten in de geest van 'X speelde weer enorm' terwijl niet vermeld is dat het een vlucht betrof van 120 duiven waarvan 95 van 'X' is lezers op het verkeerde been zetten.

Bij een reportage is het soms nuttig zich de vraag te stellen 'waarom is die geschreven en door wie?'

Vooral het woord ENZOVOORTS is vaak erg misleidend.

'Superman Y won 1, 2, 4 enzovoorts' is een klinkende kop.

Maar als diens vierde duif de 644e prijs won en van 80 gezet­te duiven slechts 12 prijzen werden gewonnen werd bar slècht ge­speeld terwijl de indruk wordt gewekt dat het tegen­deel waar is.

 

OOK GOED

Ook de uitslagen van Brabant 2000 zijn een verademing. Fraai van opmaak en je kunt er bij niet­-liefhebbers mee voor de dag komen.

Ze zijn compleet met van elk in­korf­centrum vermeld hoe­veel mensen meededen, hoeveel duiven werden inge­mand en de exacte poulage.

Na de eerste vlucht is er al een kampioenenstand met de namen van 'de beste vijftig'. Zo'n uitslag alleen al maakt je happig op het volgende con­cours en dat is nu net waar duivensport behoefte aan heeft.