Ga direct naar de inhoud.

Wel of geen vorm

                                      

Elk voorjaar weer herhaalt zich hetzelfde liedje. Het seizoen is nog maar enkele vluchten oud en liefhebbers zien het al niet meer zitten. Tijdens de winter stonden de duiven er 'goed voor' wat aanleiding was tot enig optimisme en men hoopte dat het eindelijk eens anders zou zijn.

Dat men nu eens 'aan de bak zou komen'.

Hoop die niet alleen voortsproot uit die conditie in de winter, maar soms ook door de inbreng van andere duiven en een soort 'wishful thin­king'. Maar na enkele vluchten al staat men met beide voeten op de grond. Alweer.

 

HOOFDZAKEN EN BIJZAKEN.

Als duiven niet presteren moet je niet ver zoeken.

Dan is het het een of het ander:

Geen vorm of geen kwaliteit.

Kwaliteit kun je niet van duiven aflezen. Duiven die geen vorm hebben verraden dat zelf, daaraan zie je dat ze niet 'goed' zijn. Helaas echter niet iedereen en die mensen die niet zien dat duiven elke vorm missen zoeken de oorzaak van hun falen waar ze niet moeten zoeken: Bij de ligging, verkeerde plaats in de wagen, geluksweer enzovoorts.

Hoofdzaken van bijzaken onderscheiden is belangrijk in onze sport. En dat is een sport zoals de meeste: de vorm van de dag bepaalt het resultaat van de dag. Met goede duiven zonder vorm kun je prijsvliegen maar niet meer. Met middelmatige duiven die wel vorm hebben geraak je op de uitslag maar weinig meer.

Om daar te staan waar zo weinig plaats is, aan de top, heb je heel goede duiven nodig met heel veel vorm.

 

Omdat de meeste tegenwoordig minstens een beetje kwaliteit onder de pannen hebben ligt het voor de hand wat meestal mis is als de duiven er niets van bakken: geen vorm.

 

Voor mensen die er maar niet in slagen vorm op het hok te krijgen heeft andere duiven aanschaffen weinig zin. Die zullen weer niet vliegen!

 

PROFETEN

De vraag die zich stelt als het minder gaat is dus een tweeledige.

Zijn de duiven niet goed (genoeg) of missen ze vorm?

Wat kwaliteit betreft pas op voor keurders! Zeker beginnende liefhebbers kan niet genoeg op het hart gedrukt worden dat mannen die beweren 'er de goede uit te kunnen halen' valse profeten zijn.

Ze zijn even misleidend en gevaarlijk als die makelaars in luchtkastelen die je wel eens iets aan de hand zullen doen om de duiven harder te doen vliegen.

Mocht er ergens aan deze kant van de Chinese muur zo'n fenomeen zijn die met zekerheid de goede duiven uit de hoop kon halen, reken maar dat ik die al lang op het hok had gehad om orde op zaken te stellen. Ik zou hem vorstelijk belonen.

Want wat zou het een genot zijn in plaats van zestig duiven er maar tien te hoeven verzorgen maar wel tien klasbakken.

Wat een heerlijk vooruitzicht ook twaalf kweekkoppels teruggebracht te zien tot drie maar dan wel echte!

Geloof niet in kenners en niet in wondermiddelen.

Daarom kweek je maar beter veel jongen.

Je kunt dit vergelijken met een loterij. Hoe meer loten hoe meer kansen.

En nog over kenners:

Talrijke goede duiven verwisselen elk jaar weer van eigenaar.

Ik durf zeggen dat dat bijna zonder uitzondering vergissingen waren! Geen enkel serieus liefhebber zou een duif van de hand doen als hij wist dat het een goede was.

 

GEEN VORM

Duiven die geen vorm hebben herken je zo. Een vluchtige blik in het hok leert het al, daarvoor hoef je ze niet eens in handen te nemen. Dat zie je ook aan de manier van trainen en aan de manier waarop ze van de vlucht komen.

Duiven zonder vorm zitten niet strak wel met opgetrokken veren. Ze volgen niet alles, zijn niet bij de les.

In de mand zijn het de underdogs die zich door duiven die wel vorm hebben in de hoek laten drukken, ze worden gepikt en gedold. Zelfs van gemakkelijke vluchten komen ze niet snedig aan en missen dat triomfantelijke dat duiven met vorm zo kenmerkt. Ze vallen plomp op het hok en hebben geen haast binnen te zijn.

Eenmaal binnen zitten ze met te vuile pootjes lusteloos en stil in de woonbak, de duivin amper een blik waardig gunnend.

De kop lijkt licht gezwollen, de pluimen bij de oortjes staan overeind, de ogen zijn verpikt, de bek is te rood met 'draadjes' of slijmen achterin. De dag na de vlucht verraden ze dat gemis aan vorm nog meer als je ze loslaat. Ze missen dat typische weduwnaarsgedrag.

Ze gaan aarzelend het hok uit en een enkeling zelfs niet.

Kom je vervolgens zelf uit het hok dan zie je ze nog omdat ze een draai gemaakt hebben en dat is verkeerd!

Ze moeten naar buiten klappen, de vleugels langs de ramen scherend en vervolgens in razende vaart wegstuiven. In rechte lijn naar verre einders.

 

WEL VORM

Eenmaal terug mogen ze niet samen aankomen en nog minder samen op het hok neerstrijken.

Ik zie graag dat de klad in een waaier uiteenspat. Als vuurwerk.

Nog beter is dus dat ze niet samen terugkomen. Dat de klad als het ware uiteengereten is. Een uur wegblijven hoeft niet, zelfs geen half uur. Ze mogen bij terugkeer ook direct het hok ingaan als het maar voor even is!

Na even in de bak te hebben zitten 'huilen' of de buurman in de kraag te hebben gepakt moeten ze weer klapwiekend het luchtruim kiezen. Alle kanten uit.

Traag vliegend, triomfantelijk lijkt het wel, met hangende krop om even later weer een hels tempo te ontwikkelen.

Ik verbaas me er soms over hoe hard weduwnaars in vorm kunnen vliegen. Je ziet ze soms dwars door een andere klad heengaan.

Je moet ook de indruk krijgen dat je niet zo veel duiven hebt.

Omdat ze overal zijn: In het hok, op het hok, in de lucht, bij de buren en sommige gewoon weg.

 

E'n ding mogen weduwnaars absoluut niet doen: stil zitten. Dat is 'dodelijk'. Al heb je er maar tien dan nog moeten die zich verschillend gedragen, niet samen aankomen, niet samen neervallen en dus niet samen stilzitten.

 

Ik zie graag dat de een als een veldheer over de nok van het dak paradeert, de borst vooruit, een ander op een verhoogd punt zit te 'huilen', weer anderen elkaar te lijf gaan en dollen om in blinde woede van het dak te rollen.

Ik zie ze graag schrikachtig en van gekkigheid duikelende bewegingen maken.

Voor een weduwschapspeler die de ogen niet in de zak heeft is het verschil tussen de duivenhemel en de duivenhel maar een uur. Dat uurtje training.

 

UIT ELKAAR!

Vooral het bij elkaar blijven van de bende is verkeerd.

Ik ken liefheb­bers die de fiets pakken en een toertje maken als 'de concurrentie' de weduwnaars los heeft.

Om te zien hoe die zich gedragen.

Vliegen die samen traag hun rondjes dan zit het goed. Tenminste bij hen. Niet bij de eigenaars van zulke duiven.

Een hok weduwnaars waarbij de vorm er zo afdruipt dat de vraag niet is OF het resultaat goed zal zijn maar HOE goed, daar kan men van genieten. De duif er uit pikken die je 'bovenaan' gaat zetten wordt dan moeilijk maar dat is juist boeiend.

Als ze van de vlucht komen beleef je daar weer plezier aan.

- Had je gelijk?

- Is de eerste ook de duif die je eerst verwachtte?

Als dat inderdaad zo is geeft dat een voldaan gevoel. En als niet hij maar een andere het hok binnenstuift terwijl je mompelt 'verd'het is niet waar, jij toch niet' is dat al even tof. Maar duiven die totaal geen vorm hebben?

Die smekken, niezen, aan de kop krabben, niet naar buiten gaan, stil op het dak zitten suffen enzovoorts?

Dat kan op je humeur werken.

 

GEVAAR

Maar helaas, zoals ik in de aanvang al zei, hebben na nog maar enkele weken spel, niet weinig liefhebbers zulke duiven.

Duiven zonder vorm en daarom niet in staat zich behoorlijk te klasseren. 'Helaas' omdat zij potenti'le afhakers zijn. Soms worden die nog uitgelachen, uitgesliept of anderszins uit hun lijden verlost. Ongepast natuurlijk. Een opbeurend woord of wat hulp zou meer op zijn plaats zijn.

Soms vraag ik me af of de uitblinkers wel voldoende beseffen dat ze alleen maar uit kunnen blinken zolang de verliezers niet afhaken. Dan wil ik het nog niet hebben over zoveel 'geheimdoenerij' van goede spelers dat ze 'iets' hebben.

Dat is misselijk, niet waar en demotiverend.

Ik kan daar slecht tegen.

' Ad Schaerlaeckens