Ga direct naar de inhoud.

Misvattingen (15/7)

Die merel in de tuin bleef maar terugkomen. Mijn vrouw echter zei dat het een lijster was, vrouwen spreek je best niet tegen, dus ‘dan maar een lijster’. Ik kende het beestje omdat het een halve staart miste. Op een gegeven moment echter was die ‘lijster’ die dus geen lijster was foetsie. Ineens weg.

Ik stond er amper bij stil tot mijn vrouw zei dat ze 'een grote vogel met een kleine vogel in de klauwen' had zien vliegen. De grote had de kleine losgelaten en zij had het hevig bloedend ding opgepakt en meegenomen. 'Kijk eens naar dit arm spreeuwtje' zei ze hevig ontdaan. Je gelooft het niet, maar ik zag meteen dat het de vogel was die zij altijd een lijster noemde: die merel dus. Dezelfde van in mijn tuin, ten prooi gevallen aan een roofvogel. 'Liever hij dan mijn beste duif' dacht ik, hoewel sommige sportgenoten daar mogelijk anders over denken.

 EINDELIJK

Dat roofvogels andere vogels oppeuzelen is iets waarmee ik kan leven, want leven moeten die dieren ook. Maar van mijn duiven moeten ze afblijven. Omdat mijn vrouw vindt dat ze ook van 'lijsters' af moeten blijven waren we het gauw eens. Er moest iets gebeuren. Die roofvogel moest ophoepelen. Hem afschieten misschien? Daarvoor word je in dit land even zwaar gestraft als een inbreker bezeren die het op je spullen heeft gemunt. Dus die optie verviel. Toen kwamen Nellie en haar man op bezoek.

 NELLIE

Ooit hadden die duiven bij mij gehaald, maar waren er niet mee gelukt. ‘Pech gehad, ik kweek nu eenmaal meer slechte dan goede’ zei ik en dat namen ze sportief op. Ze hadden twee piepers bij zich, gekweekt uit mijn duiven, en of ik die wilde proberen. Ik zat niet op nog meer jongen te wachten maar beleefdheidshalve zei ik maar dat ik er blij mee was. En... ik verzin het niet (ik verzin nooit iets wat het schrijven trouwens extra moeilijk maakt) een van die krijgertjes zou er hier toch de stukken af vliegen zeker. En dat terwijl de volle broers en zusters bij Nellie en haar man amper papier konden raken. ‘Dat is duivensport’, zei ik. Omdat je niet de hele tijd over duiven kunt melken begon ik over de 'lijster'.

 OEHOE

Bij haar in de streek waren roofvogels ook een kwaal als je duiven had. Maar daar had men iets op gevonden. Ik kon het amper opbrengen te luisteren. 'Iets gevonden tegen de roofvogel?' Hoe vaak had ik dat al niet gehoord? Dat beest mag dan duiven vangen, mij vangen ze niet meer. Maar ze klonk zo overtuigd dat ik ietwat nieuwsgierig werd. 'En wat heb je er dan wel op gevonden?' Geeuwde ik. 'Een Oehoe, een soort uil van kunststof. Uilen en roofvogels zijn natuurlijke vijanden.' Niet geschoten is altijd mis dacht ik en dus stond er al gauw zo'n Oehoe in mijn tuin. En voor het eerst sinds jaren kreeg ik geen bezoek van de roofvogel.

 DAAROM

'Waarom heb jij zo'n uil van kunststof in je tuin?' vroegen bezoekers me. 'Omdat die de roofvogel weghoudt' zei ik dan. 'Is dat zo? Waarom schrijf je er dan niet over. Dat zou voor veel liefhebbers toch het einde van een nachtmerrie zijn?' 'Ik durf niet. Nog niet. Pas als ik helemaal zeker ben' reageerde ik. Want foutieve informatie verschaffen of je 'verschrijven' is niet goed voor je imago. Vroeger maakten we van verschrijvingen en versprekingen een soort sport. We spraken niet over de genadebronnen van de heilige kerk maar over 'gebraden nonnen.' Van 'gewijde maagden' maakten we 'gewaagde meiden.' Van 'Ceasars lijfwacht' werd 'Ceasars wijf lacht' gemaakt. In de woestijn leefden de Israëlieten niet van 'schapen en geiten' maar van 'gapen en sch..'. We tilden een kast niet op met vereende krachten maar met verkrachte eenden. Dat was lachen. Onbewuste versprekingen waren de beste.

Bij het lezen in je duivenkrant mag je ook wel eens lachen, maar onzin schrijven is toch iets wat je beter niet doet. Daarom schreef ik niet over de Oehoe. En gelukkig maar.

 HELAAS
Zo’n kunststof vogel die de roofvogel weghoudt bleek inderdaad te mooi om waar te zijn. Dorpsgenoten hadden voor het eerst sinds lange tijd ook geen last meer van roofvogels en die hadden geen oehoe in de tuin. Kort nadien sloeg de roofvogel dan wel toe. Vlak onder de ogen van mijn 'oehoe'. Later hoorde ik dat zo'n oehoe de roofvogel inderdaad zou weghouden, maar... slechts tijdelijk. De 'zilveren' bol bleek jaren terug nep, een oehoe 'werkt' waarschijnlijk wel maar slechts voor even, dus houd ik het er (voorlopig) maar op dat een roofvogel, op zoek naar prooi, door niets is af te stoppen.

 OOK NIET WAAR

Weet u wat ook een misvatting is? De opvatting, die wordt zelfs door sommige dierenartsen onderschreven, dat wanneer een duivin onbevruchte eieren legt de doffer 'schuld' heeft. Zo heb ik een (wat oudere) duivin waarvan de eieren onbevrucht waren. Ik paarde haar met een jongere doffer en nadien nog een. Ze legde weer spontaan, maar wat dacht je, opnieuw eieren die niet bevrucht waren. Conclusie? Onbevruchte eieren ligt inderdaad meestal aan de doffer, maar niet altijd.

 WIND EN REGEN

Juni is traditiegetrouw de maand van onregelmatige vluchten, zelfs rampen. Daarom dat duivenliefhebbers dan het weer extra in de gaten houden. En soms hoor je de grootste onzin. Niet erg, zo lang mensen die verantwoordelijk zijn voor het lossen van onze duiven maar bij de les zijn. Helaas is dat niet altijd zo.

Zo was er die man uit het noorden van Nederland. Ze stonden met de duiven in Quievrain. Hij vroeg hoe het weer hier was, want daar was het niet goed. Mooi weer en zuidwestenwind, zei ik. ‘Mooi’, zei hij. ‘Dan komt het goede weer onze kant op en gaan ze er uit’. De vlucht werd een catastrofe. Het goede weer was niet naar het noorden opgeschoven, maar het slechte weer van daar naar het zuiden. Wat de man niet wist? Als de wind van zuid naar noord waait kunnen storingen en slecht weer best van noord naar zuid gaan.

 OOK NIET WAAR

Spelen met duivinnen is in. Maar er zou een nadeel aan kleven. Die zouden op hun best zijn als jaarling, minder als tweejarige en nadien zouden ze hebben afgedaan. Met name Rik Wouters B N bewijst opnieuw dat dit een misvatting is. Hij heeft enkele formidabele duivinnen van vier jaar of ouder. En vluchten met flinke wind mee geluksvluchten? Kijk eens naar de namen van de liefhebbers die enkele weken terug met 2,100 mpm uit blonken en ook naar hun getekende duiven! Dat opent ogen.