Ga direct naar de inhoud.

Van hero tot zero (18-10)

Van Hero tot Zero of…

                                   Hoe dom kan je zijn?

Nee, ik heb het niet over Nederlanders die ‘vanwege inversie’ bij snikheet weer wachten met lossen tot het nog warmer wordt.

Ik bedoel ook niet die sukkelaars met te veel geld en te weinig hersens die pedigree duiven kopen die al meerdere malen van eigenaar wisselden.

En ik heb het ook niet over sportgenoten die ‘kenners’ over laten komen om hun duiven te koppelen. Met ‘hoe dom kan je zijn’, bedoel ik niemand anders dan mezelf. Lees mee om de volle omvang van die onmetelijke domheid beter tot je door te laten dringen.

 PIET

Piet is een oud studiegenoot. Destijds waren we de enige studenten die duiven hadden en dat we nog contact onderhouden is dus geen toeval. Een, soms twee keer per jaar, zakt hij af naar het zuiden. Meestal met een maat, ‘dan duurt de reis minder lang’ en dan wordt vooral gepraat over ‘de goede oude tijd’, toen ´alles zo veel beter was´. Vaak dezelfde verhalen die elk jaar minder waar worden maar wel steeds interessanter.

Piet: ‘Was het niet rond deze tijd dat jij ooit de eerste 5 prijzen Nationaal won van Chartres?’ ‘Rond deze tijd’, was het wel, maar de 5 eerste prijzen Nationaal? Hmm. Ik denk, Piet kennende, dat dat over enkele jaren de 10 eerste nationaal zullen zijn. Want, als gezegd, de verhalen en anekdotes worden elk jaar wel interessanter maar steeds minder waar.

 WEL GOED

Overigens was die uitslag wel buiten categorie. De week voordien had ik de 7 snelste duiven van de lossing, maar Chartres was spraakmakend omdat het Chartres was. We vlogen toen in de ZNB (Zuid Nederlandse Bond) dus zou je die vlucht Semi Nationaal kunnen noemen, zoals Nederlanders dat bij zo veel vluchten doen. De duiven waren zwaar gepould en wonnen 2e, 3e ,4e, 6e, 17e, 18e, 20e, 32e enz tegen 4.252 duiven met de drie eerstgetekende voorop. Een van die uitslagen dus die je nooit meer vergeet. Het jaar voordien werd van dezelfde vlucht 2 en 4 S Nationaal gewonnen, nadien verdween Chartres van de kalender en is hier veel veranderd.

 VEEL VERANDERD

Door een serieus fysiek probleem is het in B N al enkele jaren behelpen met de duiven. Ik kom nog zelden op de hokken, maar kan het niet laten nog geregeld mee te doen, wat lukt mede dankzij Jan, Daniel en Gabi. Het weekend dat Piet hier was en over die Chartres begon, had ik ook meegedaan. Nu van de NPO vlucht uit Orleans en het resultaat was opnieuw verbijsterend. Bedoeld wordt verbijsterend slecht!

Slechts zes duiven mee mag niet als excuus gelden. Met goede in vorm kan je het ook met zes. Met het weer was niets mis, mooier ‘duivenweer’ dan op 14 september was ondenkbaar. De reden van die wanprestatie moest ik ook niet bij de duiven zoeken, maar bij mezelf.

 OGEN GEOPEND

Die vluchten uit Chartres destijds vielen tussen de ‘grote’ Orleans en Chateauroux jonge duiven. In tegenstelling tot wat de NPO beweert konden de Nederlandse jonge duiven die 560 km even goed aan als de Belgische jongen nu. Chartres was speciaal omdat de vlucht nieuw was, er was een auto te verdienen en… je kon ook met oude deel nemen.

En met oude moest het gebeuren. Die werden op een zodanig tijdstip gekoppeld dat ze met jongen lagen op de dag van de autovlucht, de jongen kregen voor Chartres een week rust.

Alleen ik deed het anders. Speelde alleen jongen die de week voordien Orleans hadden gevlogen en na Chartres kregen anderen dat door. Ik hoor Wal Zoontjens en Jos Leuris (‘de Serge’ weet hoe goed diens duiven waren) nog zeggen: ‘Je hebt ons de ogen geopend’.

Ze gingen ook met jongen spelen en die moesten de week voordien voortaan ook Orleans vliegen en het was gedaan met Chartres oprollen. Bijna weten dat P Theunis, die van Chartres ook eens een monster uitslag maakte ook al gauw door kreeg dat je jonge duiven in vorm niet thuis mag houden, die moeten vliegen 

 DOM

Terug naar die beschamende uitslag van Orleans enkele weken terug. Hoewel ik het heel goed wist ging ik dus gruwelijk in de fout. De week voordien had ik geen duiven mee gegeven en er was op nog twee voorgaande vluchten gepast. Het jonge duivenprogramma in Nederland is al zo beperkt en dan nog eens drie vluchten niet mee doen (een vanwege One Eye Cold)? Dat kon niet ongestraft blijven. Omdat…. Jonge duiven dus moeten vliegen.

 ZUID HOLLAND

Die 14e september had heel Nederland overigens een NPO vlucht voor jongen. Prachtig weer dus met de wind lichtjes tegen en een van die zeldzame vluchten met voor iedereen gelijke kansen. Vanwege de tegenwind en onervarenheid verliepen de concoursen redelijk traag, behalve in Zuid Holland. En laat dat nu de enige Afdeling (provincie) zijn waar jongen al wel redelijk veel ervaring hadden opgedaan vanwege een vroeger begin van het seizoen. Toeval? Dan was het uitbreken van de 2e wereldoorlog ook toeval. Een zoveelste bewijs dat jongen moeten vliegen.

 RAMP VAN FORMAAT

En als U nog niet overtuigd bent neem ik U nogmaals mee naar een ver verleden. Dit keer een heel ver verleden. Weer heeft het te maken met Nationaal Orleans jonge duiven in Nederland.

Het was in de tijd dat je je nek brak over de duivenliefhebbers. In Zuid Nederland had men naast de reguliere bond (NPO) nog de zogenaamde ´wilde bond´ en de zaterdagvliegers. Toen kon dat nog omdat we met zo velen waren. De ´NPO mannen´ speelden op zondag en de ´zaterdagvliegers´, het woord zegt het al. Alleen op Orleans mocht iedereen mee doen. Normaal waren de ´zondagvliegers´ superieur, maar niet op die Orleans, die enorme ramp van in de 80/er jaren. Zoals ook Nationaal Bourges in Belgie, dezelfde dag gehouden, een ramp van formaat was.

 ENORM VERSCHIL

Bij de zaterdagvliegers, die geacht werden minder goede duiven te hebben, sloot het concours de dag na lossing. Bij de zondagvliegers moest het concours na vijf dagen reglementair gesloten worden. En wat je moet weten? De zondagvliegers hadden dat jaar enorm veel pech met het weer. Liefst drie keer kwamen hun duiven terug met de wagen. De zaterdagvliegers daarentegen hadden meer geluk en konden elke week vliegen.

Wat een impact dat had op het concoursverloop bleek dus. De weinig gespeelde jongen kwamen enorm te kort tegenover hun meer ervaren soortgenoten. Zoals mijn onervaren jongen dit najaar te kort kwamen van Orleans. In Duitsland heeft men een beperkt vliegprogramma voor jongen. Massale verliezen van jaarlingen is het bijna logische gevolg. Omdat jonge duiven moeten vliegen.    

Creilman   

 EN NOG DIT

Nooit kweekte ik zo veel jongen als in dat ´jaar van Chartres´, liefst 75. Ik kon het seizoen starten met 73 jongen en had er einde seizoen nog 69. Dat waren andere tijden. ‘Vroeger alles beter?’ Hmm. Sommige dingen!