Ga direct naar de inhoud.

Wel of niet nadoen (8-12-2019)

Of ik nooit vervelende reacties krijg naar aanleiding van een artikel dat ik schreef? Nee, eigenlijk zelden of nooit, maar wat niet is kan komen. Of ik nooit spijt had van iets dat ik schreef? Dat wel.

 KOPPELEN

Zo begon ik ooit aan winterkweek zonder vooraf te belichten. En toch, behalve dat de duiven wat later met eieren kwamen, lukte de kweek wonderwel. Om mensen de moeite van het bij lichten te besparen schreef ik dat het overbodig was met gezonde duiven. Maar helaas, de twee jaren die volgden, toen weer niet werd gelicht, deden me in zien dat ik fout zat. Voor een vlotte winterkweek moet je lichten, hoe nodig dat is voor een vlotte leg weten kippenboeren best.

 NIET FORCEREN

Wat wel verkeerd lijkt is duiven een partner opdringen. Velen zijn in deze tijd ‘koppelbriefjes’ aan het maken en willen de koppels precies zoals zij in gedachten hebben. Vooral voor vliegduiven lijkt dat verkeerd. Een opgedrongen partner kan onmogelijk motiverend werken als prestaties worden verlangd. Wat de kwekers betreft probeer ik de voornaamste duiven bewust samen te zetten en dan moet het van harte gaan of snel een andere partner.

De andere mogen kiezen. Op het kweekhok horen immers alleen maar duiven die het waard zijn om uit te kweken. Met welke partner je de meeste kans hebt op goede nazaten weet geen mens. Daarom dat ze het zelf mogen uit zoeken. De meeste superduiven zijn producten van toeval. En het zal zelden voor komen dat, als je zo’n koppel op elkaar laat, er weer supers uit geen komen.

 VERHOEVEN

Een van de grootste kampioenen die de Zuid Nederlandse duivensport ooit heeft gekend was de familie Verhoeven uit Goirle (nu Sjef). De veel te vroeg overleden Albert zei me herhaaldelijk dat pas de dag van koppelen werd besloten wie welke duif als partner kreeg. Karel Schellens, DE Karel Schellens, hoorde ik ooit ten huize Maurice Voets zeggen hoe veel uren hij besteed had aan het samen stellen van koppels. Tot hij het beu werd, vrij liet paren met meer goede als resultaat.

 NAMEN

De 3 laatste cijfers van de ring zijn hier veelal ook de namen van de duiven. Een enkele keer wijk ik daar van af, maar doe het dan maar meteen goed ook. Zo had ook ik een ‘Miracle’, ‘Wonderduifje’, ‘Invincible’. Toegegeven, niet zo komisch als ‘Blauw Colaflesje’ (Eddy Janssen) of ‘De Gentleman’ (Jan v d Putten). Hoe een duif als de laatste aan zo’n naam komt? Als die samen met andere duiven arriveerde kwam was hij altijd als laatste binnen, was dus zo galant andere voor te laten gaan. Veel namen verwijzen naar snelheid. Denk aan Merckx, Raket, Komeet, F16 enz.

Je kan bij het geven van namen ook fouten maken. Ik had ooit ‘het prul’, een prima duif, maar geen hond wilde er jongen van. De ‘Lelijke Diepe’ was nog beter, maar opnieuw, voor diens jongen bestond geen belangstelling. Dat veranderde toen ik hem ‘Fast Blue’ ging noemen.

 DIERENARTS

Kort voor de kweek gaan velen naar de dierenarts. Prima als dat iemand is die iets van duiven kent. Zo’n man weet ook hoe met medicijnen om te gaan. Bijna alle goede medicijnen voor duiven zijn (of waren) bestemd voor honden, varkens, kippen enzovoorts. En wat doet de ‘gewone’ dierenarts als hij medicijnen voor schrijft? Die gaat af op de bijsluiter, waarin meestal wordt verwezen naar het gewicht van het dier. Dus: ‘Per kg lichaamsgewicht zo veel van het medicijn.’

Dit gaat echter niet op voor duiven. De hoeveelheid van het medicijn moet (veel) groter zijn of het is niet effectief. En een te weinig van het medicijn richt in duivensport meer schade aan dan een te veel, zo las ik.

 OPPASSEN

Overigens mag je een drinkbak met daarin medicijnen of vitamines nooit in volle zonlicht zetten. Van sommige is bekend dat die al na enkele uren hun werkzaamheid verloren hebben. In zonlicht zal dat nog korter zijn. Best bewaar je die ook in op een donkere plaats. Veel medicijnen zijn niet goedkoop en daarom dat we nogal eens over de uiterste datum heen gaan. Dat is zelden een probleem, zeker als de verpakking (het flesje) ongeopend was, maar er zijn grenzen. Betreft het een vloeistof en constateer je ‘wolkjes’ of ‘kabbetjes’ als je er mee schudt, dan moet je het weg smijten. Medicijnen in poedervorm mag je opruimen als dat klontert, iets wat sneller zal gebeuren als je die in een vochtige omgeving bewaart.

 RATTEN

Hoeveel ratten hier afgelopen maanden ‘gesneuveld’ zijn durf ik niet schrijven, niemand zou me geloven. Bij iemand uit de regio Brussel hadden ze zelfs een aantal kwekers opgepeuzeld. ‘Ratten die duiven pakken, het bestaat wel degelijk’, zo schreef hij.

Overigens had ik die rattenplaag, want dat was het, wel helemaal aan mezelf te wijten. Zoals veel van wat mis gaat in je leven geen kwestie is van toeval of pech, maar van eigen schuld. Men moet weten dat ik werk met zelfvullers, van die bakken waar je een of zelfs twee zakken voer in kan gooien. Erg handig als je bijvoorbeeld enkele dagen van huis bent. Duiven vinden altijd voer, maar… dat doen ook ratten. En daarmee riep ik zelf het onheil op me af. 

 Een zogenaamde zelfvuller

 EERST DUIVENVOER

Gif lag hier altijd, maar geen rat die er naar om keek. Pas toen ik het deksel van zo’n zelfvuller op tilde viel het kwartje. Duidelijk was dat flink van het voer gevreten was en dat gold ook voor het gemorste voer onder de roosters in de volière.

En wat doet een mens tegenwoordig als hij ergens meer van wil weten? Die gaat ‘googlen’. Ratten zijn knaagdieren, zo las ik. Als ze kunnen kiezen tussen zachter voer en hard voer kiezen ze het laatste. Met name granen. Dat doen ze instinctmatig om de tanden scherp te houden. Zonder scherpe tanden overleven ze niet. Ik had de boodschap begrepen. De zelfvullers werden geledigd, het gemorste voer opgeruimd tot nergens nog een verloren graantje te bekennen was. Twee dagen nadien was AL het gif op gepeuzeld en ratten zag ik niet meer. Op die ene na maar die was wel heel erg dood.

 BUITENLANDER

Wat ik ook af raad is doen als die buitenlander. Hij had wat uitslagen bij zich, originele uitslagen, ‘zo kon hij geen fouten maken’. Dacht hij. Dezelfde naam was hem al vaak opgevallen op een verkoopsite en het moet gezegd, die uitslagen waren indrukwekkend. Daarom dat hij er wilde gaan kopen. Van een uitslag zag ik dat de ‘kampioen’ 1 tot en met 10 had gewonnen. Maar ik zag ook dat tussen de 1e en 10e duif een tijdsverschil was van 4 minuten. In een ander samenspel was op dezelfde vlucht in 4 minuten een derde van de prijzen verdiend. De liefhebber die daar de 1e won klokte 2 minuten later 2 duiven die niet meer bij de eerste 20 zaten. Als je versterking zoekt, pas op voor ‘onmogelijke’ uitslagen en let ook op aantal ‘inmanders’.

Een concours met 600 duiven lijkt een mooi concours. Maar ingemand door 8 liefhebbers of door 80 maakt een wezenlijk verschil.

 

Akelige beesten die ratten.