Verspilde tijd (05-07-24)
Verspilde tijd
18% van de volwassenen zou nog roken, het merendeel dames. Nou, ‘in mijn tijd’ was dat wel anders. Bij personeels- of familie feestjes werd rond gegaan met sigaretten. Op elke tafel stond een glaasje met daarin sigaretten.
Gevolg een blauwachtige walm rook dat zelfs Feyenoord ‘supporters’ jaloers zou maken. Leraren die in de klas niet rookten waren mietjes, ik vond me geen mietje en pafte er ook in de klas op los. Zoals de filmsterren die we destijds aanbaden.
90 Percent van de volwassenen rookte, een percentage dat onder duivenliefhebbers beslist niet minder was.
VROEG MELKER
Als 13-jarige ging ik na de vlucht al met de klok naar de club. Tenminste als mijn ouders (moeder was ook melker) niet goed ‘gepakt’ hadden. Als goed gespeeld werd was ging de baas, mijn vader, zelf.
Was hij snel terug dan was ‘het toch niet mee gevallen’. Was hij laat terug dan was goed gespeeld, was hij daarbij ook nog dronken dan was een super uitslag gemaakt.
En kwam hij thuis met een sigaar als een lantaarnpaal ‘in zijn gezicht’.
Trouwens over roken en sigaren: Nog ken ik nog de namen van de melkers in de club die niet rookten. Die vier (van de 57) waren zonderlingen. En ‘vier’ is ongeveer het aantal liefhebbers dat nu nog over is in mijn geboortedorp.
WORSTELEN
In januari was het elk jaar voor velen de ‘afzienmaand’.
Talloze mensen die zich hadden voorgenomen te stoppen met roken konden tegen de muren op lopen. Helaas. Amper een maand later was er niets veranderd. .
Ik behoor nu tot de 70% die stopte. En hoef dus geen kracht termen meer te gebruiken omdat ik dat piep dunne ‘strikje’ waarmee pakjes sigaretten werden afgedicht niet kan vinden.
DICHT !
Waarom toch verpakken zo veel mensen zo veel dingen dusdanig dat die amper zijn open of los te krijgen?
Ik heb dat heel erg met het openen van die zwarte vuilzakken waarvan je de perforatiewand niet kan vinden.
Potten met ‘kindvriendelijke’ schroefdeksels hebben me al vaak geërgerd, om nog maar niet te spreken van die koffiemelk cupjesl. Wat heb al tijd verspild met het peuteren om dat lipje los te krijgen om dan koffiemelk in mijn gezicht te krijgen. De folie op een pot pindakaas is al even rampzalig. Zo stevig aan de rand gehecht dat er een scherp mes aan te pas moet komen en je er maar een verbanddoos bij koopt. Zoals ook bij een blikje haring in tomatensaus.
Die talloze verspilde uren aan nutteloze zaken heb ik wel goed gemaakt door geen nutteloze tijd meer te verliezen met ‘mijn duivensport’.
GELEERD
Zo werkte ik vele jaren met een dubbel stel drinkbakken. Een bak op het hok, de andere stond onderste boven te drogen. Het idee was tricho van het hok te houden. Die ziekteverwekkers (protozoën) vermenigvuldigen zich namelijk in (vooral warm) water kon je overal lezen. En inderdaad, weinig last van geel meer.
Was dat mijn verdienste? Nee hoor.
Want wat hoorde ik van sportgenoten?
Ook die hadden minder of geen last van geel terwijl zij.. niet werkten met een dubbel stel drinkbakken. Jos Joosen ververst het water zelfs helemaal niet. Die giet gewoon bij en presteert toch.
LAPPEN
Aldus leerde ik veel tijd te besparen. Zo hoorde je altijd dat, als je duiven gaat ‘lappen’, je best minstens 5 minuten wacht voor je de manden opent. Zodat de duiven zich kunnen orienteren. Klonk alleszins redelijk dus deed ik dat ook maar. Maar het werd al gauw slechts 3 minuten wachten, toen 2, toen 1.
Tot die dag kwam dat, eenmaal aangekomen op de ‘losplaats’ de mand uit de kofferbak werd gehaald en meteen geopend.
Ik merkte geen enkel verschil met eerdere keren toen ik minuten wachtte.
LICHT EN DONKER
Neem ook bij lichten. Zoals bijna iedereen begon/begin ik een dag of tien voor het koppelen einde november bij te lichten.
Omdat ik nogal vlug van begrip ben (😉) dacht ik ‘en als ik dat lichten nu eens bij de doffers alleen zou doen?’
Want zo ben ik nu eenmaal. Eigenwijs als de neten. Ik wil niets weten van horen zeggen, wil het zelf mee gemaakt hebben. En opnieuw, de kweek verloopt even vlot als je alleen de doffers licht, zo ondervond ik.
En met mij veel lezers.
Het opheffen van de verduistering bij jongen en ook het los laten is nog zo iets.
De logica volgend, zou je dat geleidelijk moeten doen. Zodat ze even kunnen wennen aan het daglicht. Ik lette er niet op. Als het daarvoor de tijd was (begin juni) werden de verduisteringsplaten zo maar van de ene op de andere dag weg genomen. Dat doen er meer, maar vervolgens gaat hier ook meteen het raam open en kunnen ze weg. Trainen maar.
VOEREN
Ludo Claessens, en dat was een fijne, vond/vindt voeren het minst belangrijke in duivensport. Misschien beetje overtrokken maar feit is dat op steeds meer tophokken de duiven het hele jaar mogen kiezen uit dezelfde mengeling. Een greepje van dit, twee greepjes van dat en dat elke dag anders? Met zo iets heb ik me nog nooit bezig gehouden. De kwekers, of beter duiven op het hok waaruit gekweekt wordt, worden eens per maand gevoerd. In een zogenaamde zelfvuller. Bespaart ook moeite. Toegegeven, min of meer geleerd van Willem.
RINGEN
Telkens naar het hok lopen om jongen te ringen is hier ook verleden tijd.
Als de duiven met eieren liggen worden voor elk koppel ringen aan een ‘vuilbak strip” gedaan, er wordt notitie van gemaakt en dan hang ik die strip met ringen in hun bakken. Om te ringen als het nodig is en ik toch op het hok ben.
BELLEN
En dan dat bellen tijdens een vlucht die slecht verliep.
‘Hallo mevrouw, met S. Is Piet in de buurt?
Met wie spreek ik?
Met S. Of Piet in de buurt is?
Die is aan het letten.
Weet ik, maar kan ik hem even spreken.
Ok. Ogenblikje. Even stilte, dan:
Hallo met Piet.
Met S. Gaat het bij jou ook zo beroerd?
Man hou op, ik heb er nog maar 2 van de 12.
O dan mag ik niet klagen. Heb er nu 3 van de 14. Als dat maar geen rampvlucht wordt Piet.
Zeg dat wel.
Wat een verloren tijd weer die gesprekken zoals ze altijd waren.
Anno 2024 kijken Piet en S op de gsm en weten genoeg.
‘