snel thuis
Het weekend voordien hadden zowat alle afdelingen gelost, hij niet.
En wat bleek? Overal rotslechte concoursen!
Vandaar dat compliment en... terecht.
Lossen was de gemakkelijkste oplossing geweest met bovendien de minste risico omdat hij zich immers geruggensteund wist door de rest die ook loste.
Verder mag worden verondersteld dat convoyeurs toffere dingen te doen hebben dan vele uren met duizenden duiven op een lossingplaats staan.
MOEILIJK
Mensen die met onze duiven wekelijks naar de lossingplaatsen rijden worden niet beoordeeld op goede beslissingen (dat vindt men normaal) maar op missers. Hoewel zij het niet zijn die het laatste woord hebben inzake een lossing worden ze wel op missers afgerekend.
Natuurlijk worden fouten gemaakt.
Zo is het wrang als om 12.00 uur al besloten wordt om van een vluchtje van 120 km niet te lossen terwijl het vanaf 14.00 uur de rest van de dag schitterend weer is.
Ook kun je je vragen stellen als om 8.00 uur besloten wordt om om 9.00 uur te lossen als de ene bui de andere op de hielen zit.
Heb je goede lossers en lossingverantwoordelijken?
Koester ze en geef ze een pluim als ze dat verdienen.
Elkaar geluk wensen en lovend over elkaar praten zien we in duivensport veel te weinig. Mensen zijn daar gevoelig voor. Ook lossers.
Beslissen tot wel of niet lossen kan overigens heel moeilijk zijn.
Soms is het weer zodanig dat de meest doorwinterde liefhebber ook niet weet of lossen verantwoord is of niet.
Verder kun je met het weer in relatie tot een concoursverloop de gekste en meest onverklaarbare dingen mee maken.
Zo heb ik geleerd op te passen als je hoog in de lucht 'strepen' ziet ook al is het ‘beneden’ hoegenaamd windstil.
Dan mag je hoge snelheden verwachten!
Andere keren vliegen duiven weer onbegrijpelijk traag.
Van een wetenschapper die zich verdiept in duiven las ik eens dat volgens hem gezonde(!) duiven onder gelijke omstandigheden(!) over kortere afstanden(!) even hard kunnen(!) vliegen en ik denk dat dat ook zo is.
Dat bij duiven niet zo iets bestaat als een rangorde in snelheid en de ene rapper vliegt dan de andere. Waarom zouden duiven trouwens geen soort ‘kruissnelheid’ hebben zoals kieviten, ooievaars of andere vogels?
WAAR OF NIET?
Bovenstaande komt er dus op neer (we wezen er al op) dat het niet hoeft te zijn dat een duif die de derde prijs won sneller vloog dan een duif die als tiende werd geklasseerd. En die tiende prijswinnaar hoef op zijn beurt niet harder gevlogen te hebben dan een duif die lager op de uitslag staat. Zo werkt dat dus niet!
Duivenvluchten zijn vooral oriënteringswedstrijden waar ook al op gewezen werd.
- Dat verklaart waarom niet steeds dezelfde duiven winnen, iets wat toch voor de hand zou liggen als de ene duif harder zou kunnen vliegen dan de andere.
- Het verklaart waarom goede duiven in goede conditie er zelfs bij prima duivenweer in slagen hun prijs finaal te missen.
Dat was niet omdat ze niet konden volgen! Ze zaten verkeerd!
Als de 1e prijswinnaar 1300 mpm maakt en de laatste 1000 mpm en als u meent dat dat ook de gemaakte snelheden zijn moet U echt uit dromenland gehaald worden.
‘Laatkomers' arriveren vaak uit verkeerde richtingen wat opnieuw niet duidt op een lagere snelheid maar een verkeerde koers.
Men moet trouwens wel erg naïef zijn te geloven dat een duif elke minuut 300 meter in zou leveren.
Gezonde(!) duiven worden niet geklopt omdat ze het tempo niet konden volgen maar omdat ze niet de meest directe weg naar huis vlogen. En die 'snelle vleugel' dan waarover Duitse sportvrienden zo graag praten?
Voor mij allemaal flauwe kul.
Er zijn talloze duiven met een volmaakte vleugel maar er zijn weinig goede. En als niet snelheid of lichaamskracht het resultaat bepalen maar ‘richtinggevoel’, is duidelijk waarom volmaakt gebouwde duiven niets waard kunnen zijn en onder duiven die allesbehalve atleten lijken prima vliegers zitten.
Bij duiven zit het (voor een deel) dus echt tussen de oren!
LOSSING
Als die direct na lossing in een enorme zwerm vertrekken zitten er vanaf het eerste moment al een aantal verkeerd.
Die zwerm doet namelijk veronderstellen dat de hokken van al die duiven in elkaars verlengde liggen, achter elkaar dus, en dat is natuurlijk niet.
De duiven zullen zich los moeten maken van de rest. Hoe eerder dit gebeurt hoe beter, des te geringer de kromming die ze maken en des te rechter de lijn naar huis.
In Zeeland zijn de vliegroutes voor duiven bekend, waar het water smaller is, over dijken of bruggen.
Langs de Vlaamse kust vliegen ze over de hoge huizenrijen aldaar.
Ook bij Den Helder zag ik hetzelfde beeld, duiven die over een dijk huiswaarts keerden. Dat alles bij tegenwind wel te verstaan.
Alleen dan zie je duiven daar ACHTER elkaar dezelfde route volgen als er hindernissen zijn of steunpunten zoals water of dijken. Ze hebben, lijkt het wel, onderweg hun koers gecorrigeerd om zo'n ‘steunpunt’ te bereiken.
Dat wil dus zeggen dat talloze duiven vliegen waar ze niet zouden mogen vliegen.
KLADVLIEGERS
Duiven zijn van natuur kuddedieren, kladvliegers zoals we zeggen.
Ze hebben de neiging elkaar op te zoeken, oefenen een soort aantrekkingskracht uit op elkaar. Met die wetenschap kunnen we iets doen.
- De kuddegeest doorbreken door veelvuldig opleren.
- Duiven na de vlucht binnen doen vliegen door gebruik te maken van een lokker.
- Verliezen van jongen van het dak beperken.
Piepers zullen zich gemakkelijk aansluiten bij overvliegende duiven of bij verwilderde duiven op torens of boerderijen.
In mijn streek kent elk dorp wel een of meerdere verzamelplaatsen waar zulke verwilderde duiven zitten.
Om een of andere duistere reden zijn dat steeds hoge gebouwen.
Ook tijdens de thuisreis van een slechte vlucht zoeken duiven elkaars gezelschap of blijven in elkaars gezelschap.
Het is hier dat duiven met kwaliteit zich weten te onderscheiden.
De klad bestaat immers niet voor klasbakken. De klad is er voor kladvliegers en het vliegt nog gemakkelijker ook.
Na Orleans 2001 jonge duiven werd geklaagd dat de westkant zo bevoordeeld was.
De westkant presteerde inderdaad beter en je zou inderdaad denken door de ligging.
In Rayon 4 van Afdeling 2 echter werd de overwinning behaald door een duif van Louis Stabel. Die woont in Goirle, meer oostelijk kon amper.
Dat was duidelijk geen kladvlieger maar een super.
En supers oriënteren beter en nemen het voortouw. Ze bepalen hun eigen koers en hebben als de vorm er is de durf en het zelfvertrouwen zich van de klad los te maken.
En hoe hoger de snelheid hoe meer het oriënteringsvermogen op proef wordt gesteld.
Want er zal sneller gereageerd moeten worden om koers te kiezen, bij welke klad aan te pikken. Vandaar dat je op vluchten met wind mee ZEKER vorm moet hebben.
Een goede zonder vorm zal met tegenwind prijsvliegen, met wind van achter mist hij. Al vaak ondervonden.
Een van de beste duiven die ik ooit had was de 456 van 1988.
De eerste de beste keer dat hij in de mand zat, 3 juli 1988, won hij de 1e prijs van 1352 duiven van een vlucht van amper zeventig kilometer aan... 100 km per uur.
Hij vloog anderhalve minuut vooruit.
Zoveel vooruit vliegen van zo'n vluchtje is natuurlijk niet normaal maar die dag WAS niet normaal. Er stond een stevige zuidoostenwind en ik 'lig' helemaal zuidoost!
Zijn subliem oriënteringsvermogen stelde die duif in staat zich op zijn eentje los te maken van de rest ondanks de hoge snelheid.
Vroeger, toen we nog uit Parkestone (Engeland) vlogen waren er nogal wat goede kwekers die luisterden naar de naam 'Engelandduifke.'
Dat waren duiven die (uit totaal andere richting dus) van een Engelandvlucht hadden gezegevierd.
HEEL VROEGER
Heel vroeger speelde in mijn woonplaats K.S. de boel aan flarden.
Ik gunde hem zijn successen, hij was gewoon de beste, maar soms hoopte ik toch dat het eens wat minder zou zijn.
Toen kwam die zondag dat er in tegenstelling tot de weken voordien een sterke zuidwestenwind stond.
Zogenaamd ‘geluksweer’ en nu zou het met S wel minder zijn.
Hoopten we!
Maar we kregen nog meer rammel dan we gewend waren.
Omdat goede duiven niet wil zeggen snelle duiven maar duiven die recht naar huis vliegen? Daar heeft het alle schijn van.